Gokyo Trek,  Nepal,  Trekking

Gokyo Trekking

Kathmandu – Lukla en trek naar Monju
6 mei ’s ochtends vroeg (5.15 uur, oef) vertrokken we richting het vliegveld van Kathmandu om van daaruit naar Lukla te vliegen. Lukla is voor velen het beginpunt van hun trekking in het Everest gebied. Met name voor degenen die geen zin of tijd hebben om vanuit Jiri 8 dagen te gaan lopen (wat overigens de moeite waard schijnt te zijn). We zaten slechts met 2 andere passagiers in een 19 persoonsvliegtuigje, alle overige stoelen waren helemaal volgestouwd met cargo: frisdrank, bier, noodles noem maar op. Alles was keurig vastgebonden natuurlijk (ahum). Het was een mooie vlucht met schitterend uitzicht op de bergen, waarbij het vliegtuigje ook af en toe rakelings langs of over bergen scheerde. Het is ons duidelijk waarom de vluchten alleen doorgang vinden bij goed zicht. Na een half uurtje begon de piloot aan de landing, waarbij hij zeer moeilijk door zijn zwaar bekraste voorruitje zat te turen. Door het tegenlicht van de zon en de krassen kon je er nauwelijks iets door zien. Pas vlak voor de landing kwam het vliegtuigje in de schaduwzone van de megaberg achter het vliegveld van Lukla en konden we de kleine airstrip zien liggen. Voordat we de steile bergwand konden raken, zetten de piloot het vliegtuigje keurig aan de grond.
Ook vanuit Lukla hadden we gelijk al goed zicht op prachtig besneeuwde bergpieken en mooie groene rivierdalen. We liepen direct richting Phakding, het beoogde eindpunt van die dag. Echter, na een mooie wandeling van een uur of 3 waren we daar al om 11.00 uur, dus we besloten maar vast een stukje van de veel zwaardere 2e dag te gaan afleggen en belandden we uiteindelijk in Monju, een klein boerendorpje met een handjevol lodges.

Lukla
Namche Bazar
Rododendron

Monju – Namche Bazar
Voor de volgende dag bleef alleen de steile klim naar Namche Bazar over. Een tocht van zo’n 2,5 uur alleen omhoog, waar we meer dan genoeg aan hadden voor die ene dag. Daar we geen porter en gids hadden, moesten we uiteraard zelf onze bagage naar boven sjouwen en in ons enthousiasme hadden we ons tilvermogen toch iets overschat. In Namche Bazar dus alles nog maar eens doorlopen, want zonder een paar kilo te lozen zouden we het nooit gaan halen tot Gokyo.
In Namche Bazar (3420 meter) zouden we 2 nachten blijven om te acclimatiseren. Het is qua toeristen enorm rustig op de trails en in de dorpjes. Veel lodges hebben geen of nauwelijks gasten en een aantal is zelfs al dicht. De trails worden vnl bevolkt door vele porters die voorraden naar o.a. Namche Bazar sjouwen en onderdelen voor nieuwe guesthouses verplaatsen. Het is ongelooflijk wat een enorm gewicht en/of pakketten van bizarre omvang één enkele porter kan tillen.

Vanuit Namche Bazar maakten we een dagwandeling naar het nabij gelegen Thamo. Een mooie wandeling door Rododendron bos en door prachtig berggebied. Onderweg komen we diverse Yak-karavanen tegen die handelswaar door de bergen vervoeren.
Terug in Namche Bazar checken we even snel ons email, wat hier in de bergen via een satellietverbinding mogelijk is gemaakt tegen kosten die 120 keer zo hoog zijn als in Kathmandu.

Namche – Phortse Thanga
De volgende dag (9-5) verlaten we Namche (ieder een kilo of 3 lichter) en gaan op weg naar Phortse Thanga. We hebben de tijd en nemen de lange route via een aantal Sherpa dorpjes: Shyangboche, Khunde en Khumjung. In Shyangboche vind je de inmiddels buitengebruik gestelde airstrip van het Everest View hotel boven Namche Bazar. Gasten voor dit dure hotel konden voorheen met kleine 6 persoons Pilatus Porter vliegtuigjes min of meer voor de deur worden afgezet. Helaas zijn al deze vliegtuigjes inmiddels te pletter gestort en kan er nu alleen nog met helicopter naar Shyangboche worden gevlogen.

Aangekomen in Khunde en Khumjung viel het op dat deze dorpjes er, zeker voor Nepalese bergdorpbegrippen, goed uitzien. Redelijk goede en goed onderhouden huizen, wel veelal met primitief sanitair. Geen water en het toilet is een gat in de grond. De mensen zien er over het algemeen wel lekker Nepalees smoezelig uit. Maar een aantal gesprekken leert dat schijn bedriegt. Achter een aantal van deze arm ogende mensen, gaan behoorlijk rijke families schuil. Vele personen blijken één of enkele lodges te hebben, diverse keren in Europa en/of Amerika te zijn geweest en een aantal heeft ook kinderen die in de VS studeren.
In Khunde drinken we wat in een lodge die net op dat moment wordt gezegend door een flinke groep monniken uit Tengboche. Deze monniken trekken in deze tijd naar Khunde en Khumjung om daar diverse lodges en huizen te zegenen in ruil voor eten en geld.
Na de lunch in Khumjung wordt het heel erg mistig en besluiten we niet verder te lopen richting Phortse Thanga en hopen we dat het de volgende ochtend beter weer zal zijn, zodat we tijdens het wandelen van de mooie uitzichten kunnen genieten.
Later in de middag klaarde het na een flinke regenbui plotseling helemaal op en konden we zien dat we ons ten midden van allerlei prachtige Himalaya pieken van 6, 7 en 8 duizend meter hoog bevonden. We hebben o.a. een prachtig uitzicht op de bekende pieken van Ama Dablam, Kantega en Thamserku, 2 pieken die dan wel lang niet zo hoog zijn als Mount Everest, maar wel aanzienlijk spectaculairdere vormen hebben.
We duiken vroeg ons kamertje in en als Arno nog even naar het toilet wil, blijkt dat we zijn binnen gesloten door de eigenaresse. Ook door de ramen konden we niet naar buiten. Een kwartiertje roepen, bonzen en met lichten knipperen helpt niet, dus uiteindelijk forceren we met een aantal ferme rukken de hele voordeur. Suus liep nog naar de woning van de eigenaar ernaast, waar men druk bezig was met een luidruchtige puja. Later kwam er ook een soort van processie door het dorp en de tuin van de lodge lopen, dit alles ook weer met veel kabaal.
Gelukkig neemt de eigenaar de schade aan de deur laconiek op (met een kamerprijs van één enkele euro per nacht kan een kapotte voordeur er natuurlijk aardig inhakken) en begint direct met de reparatie. Het was een foutje. Ze hadden kennelijk al een tijd geen gasten meer gehad.

De volgende ochtend worden we al om 6 uur uit ons bed getrommeld door de kinderen van de eigenaar die door de lodge en tuin aan het rennen zijn. Al schreeuwend en zwaaiend met speelgoedgeweren voorzien van licht en geluid “Fire, fire, rettettettettet”. Heerlijk die rust in de bergen. Maar ja, eluk nadeel heb zun voordeel. We zijn er vroeg bij en kunnen genieten van een mooie heldere ochtend en beginnen al vroeg aan de wandeling naar Phortse Thanga en door naar Dole (spr.uit: Doe-lee). De weg gaat eerst flink omhoog naar Mong-la, daarna nog veel meer naar beneden naar Phortse Thanga (alles voor niets geklommen), om uiteindelijk weer nog meer te klimmen naar Dole. Een pittig dagje, die de moeite meer dan waard is vanwege de prachtige bergzichten en de wandelingen door Rododendron bossen, waarin je af en toe ook kleurige fazanten kunt zien.

Dole – Machchermo
In Dole (4100 meter) wordt het al snel mistig en daardoor ook erg koud. ’s Nachts regent het flink, wat best vervelend is daar het toilet buiten is, door de kou en alle druppelgeluiden moet je toch wel eens.
De volgende ochtend heeft Arno lichte hoofdpijn en koorts en de last van keel en neus is wat erger geworden. Hij was ook in Namche al wat verkouden, dus we besluiten dat het geen hoogteziekte is en gaan op pad naar Machhermo (4400 meter) wat ook maar een vrij korte wandeling van 1 a 2 uur zou moeten zijn.
De wandeling blijkt toch wat langer te duren en zwaarder te zijn dan gepland en ruim 4 uur later komen we en met name Arno helemaal gebroken aan in Machhermo. We besluiten dat we een wat betere lodge willen hebben dan de afgelopen nachten, maar de locale bevolking blijkt niet erg genegen om ons verder te helpen, dus gaan we zelf de lodges af om te zien of er een is die een net iets hogere (lees minder lage) standaard heeft. Uiteindelijk lukt dat, Arno ploft meteen in bed en Suus gaat naar de “dining hall”, waar ze alle 11 andere trekkers aantreft die gelijke tred met onze naar Gokyo houden. Gelukkig komen bij Arno na een paar uur rust, wat hete thee en het bekende noodle soupje ook de krachten weer boven en weten we zeker dat het geen hoogteziekte is, waar ie last van had.
De nachten worden steeds kouder en naast een aantal extra dikke dekens moeten we nu ook onze mutsen ophouden in bed om het nog een beetje aangenaam te hebben.
Om 3.00 uur ’s nachts (we hebben er dan al 7 uur opzitten) zijn we even wakker en constateren dat het echt helemaal helder is buiten, we trekken onze jassen aan en gaan even genieten van de prachtige sterrenhemel en de door een zwakke maan verlichte bergketens. We hopen dat het zo helder blijft en zetten de wekker voor 5.30 uur om eventueel lekker vroeg aan een prachtige wandeling te beginnen. Helaas is het dan weer helemaal bewolkt en mistig dus zetten we de wekker helemaal uit. Om 7.00 uur worden we echter al weer wakker van enthousiaste geluiden van andere trekkers. Het is weer helemaal helder en een aantal staat al op het punt van vertrek. We haasten ons ook, want we moeten eerst nog een klein heuveltje beklimmen voor het echte mooi uitzicht komt. Op deze heuvel is het uitzicht inderdaad prachtig.

Uitzicht vanuit Machchermo

Met uitzicht op Cho Oyu, met 8200 meter de vijf na hoogste berg ter wereld, lopen we door het Dudh kosi dal richting Gokyo, dat een verlaten indruk maakt. Gokyo (4750 meter) ligt aan het Dudh Pokhari (melk meer, één van de 6 turkooise kleurige meren in de omgeving van Gokyo) en de Ngozumpa glacier. Onderweg hadden we al een klein stukje langs deze gletsjer gelopen, maar hem niet zo snel als gletsjer herkent. Hoe verder van de voet van de bergen hoe meer de toplaag nl uit grijze rotsblokken en puin bestaat, zodat ie op het einde meer op een steengroeve dan een gletsjer lijkt. Wat een enorm verschil met de wit/blauwe gletsjers in Patagonië.
Samen met 4 Russische trekkers zitten we in het Gokyo guest house met een erg aardige eigenaresse. Dit is helemaal een vermelding waard, want in de meeste lodges word je meer als wandelende geldmachine behandeld. Dit in tegenstelling tot het contact met overige Nepalezen (porters, boeren, ed.) op de trails die veel vriendelijker zijn en graag een praatje met je maken.
De Russen willen graag wat Nepalese muziek tijdens het eten. Als het korte bandje af is, wordt een andere met westerse muziek opgezet. En ja hoor, binnen no time schallen de Venga Boys weer uit de speakers. Leuk voor Wessel van Diepen natuurlijk, maar af en toe word je wel moe dat je overal ter wereld met deze simpele maar voor velen aanstekelijke “muziek” wordt geconfronteerd. Wie neemt nou de moeite om zo’n tape zo’n eind de berg op te sjouwen??

Laat een antwoord achter