Argentinië

Iguazu watervallen & Tucuman – Argentinië

9 november – 15 november – Iguazu, San Ignacio, Tucuman

Op woensdag 9 november vertrokken we per pont vanuit Salto in Uruguay naar Concordia in Argentinië. Hier namen we direct de nachtbus naar Iguazu. Deze was amper gevuld, zodat we lekker asociaal lang- en breeduit konden liggen en een goede nacht konden maken. Zodoende kwamen we redelijk uitgerust in Iguazu aan en waren we fit genoeg om direct door te gaan naar Foz do Iguazu in Brazilië om de watervallen eerst vanaf de Braziliaanse kant te bekijken. Gemiddeld regent het in Iguazu 4 van de 7 dagen en kan het er erg druilerig zijn. We hadden echter geluk want het was stralend weer en nog net niet te warm.
Van tevoren konden we ons geen goede voorstelling maken van de indrukwekkendheid van de watervallen van Iguazu. Ze liggen een beetje in een uithoek van Argentinië en het kost best veel moeite en/of geld om er te komen, alleen voor watervallen.
Echter, deze zijn absoluut van de buitencategorie, we hebben 2 dagen alleen maar aan watervallen gespendeerd en het verveelde geen seconde en was absoluut de moeite waard: zo groot, zoveel natuurgeweld, zo’n mooi gezicht. Door het mooie weer zag je ook veel “regenbogen”, prachtig gekleurde vlinders en ook aardig wat mooie vogels, waaronder bijvoorbeeld de Toekan.

Arno bij Iguazu
Mist door watervallen en vv

Vanaf de Braziliaanse kant heb je een beetje beter overzicht op de watervallen, vanaf de Argentijnse kant (wat we de volgende dag deden) kun je veel dichter bij veel meer watervallen komen. O.a. in een speedboot die tot vlak onder de watervallen vaart. Door het wilde opspattende water word je dan volledig gewaterstraald en kun je de watervallen tot op het bot toe voelen. Echter, ook op andere plaatsen kun je zo dichtbij komen en krijg je zoveel water over je heen dat je een een mum van tijd wederom tot op je onderbroek zeiknat bent, wat met temperaturen van ruim boven de 30 graden lekker verfrissend werkt.

Aan de kant van Argentinië kun je beter en meer wandelen. Er zijn veel meer paadjes en mogelijkheden. Als je de tijd hebt, raden we je aan om beide kanten te bezoeken.

San Ignacio
Vanuit Iguazu wilden we door naar Tucuman, een busrit van circa 22 uur, een tijdsduur die ondanks de luxe van de bussen natuurlijk nog steeds niet grappig is. We besloten de reis te onderbreken in San Ignacio waar prachtige ruïnes van de Jesuiten reducciones schenen te zijn. In de hoogtijdagen in 1733 leefde hier 4000 Guarani (oorspronkelijk inwoners) onder de vleugels van de Jezuïeten, die naast het ontwikkelen van hun levenstandaard natuurlijk voornamelijk geïnteresseerd waren in het verspreiden van het Christendom. De ruïnes in San Ignacio zouden de mooiste moeten zijn van de 30 reducciones in deze omgeving, maar veel meer dan een aardige plek om je reis tussen Tucuman of Salta en Iguazu te onderbreken zouden wij het niet willen noemen.
San Ignacio zelf is een klein plaatsje van zo’n 10.000 inwoners, waar op het moment dat we aankwamen werkelijk niemand op straat te vinden was. In de bus hadden we net een horrorfilm te verwerken gekregen over een klein dorpje waar iedereen was uitgemoord door een psychopaat en de overeenkomsten leken angstaanjagend groot. Pas rond een uur of 18.00 toen het wat afgekoeld was, trokken de bewoners weer massaal de straat op en ontstond er een aangename sfeer.

Meer Iguazu

Er bleek ook iets vreemds aan de hand in San Ignacio. Veel mensen hebben kennelijk geen geld voor én een stereo in huis én in de auto en geven de voorkeur aan de laatste. Op vele plaatsen staan er namelijk auto’s naast de huizen met de deuren open waardoor de luide muziek door de hele straat schalt.

Tucuman
Na een enigszins beroerde nacht in de bus (in totaal 17 uur bussen, rijdend van San Ignacio naar Tucuman) werden we maandagochtend (14-11) vroeg beloond met een prachtig zicht op de bergen, deels met witte toppen in de omgeving van Tucuman. Wanneer we van het busstation naar een hostel rijden, lijkt half Tucuman in één van de rijen voor de vele banken te staan, waarschijnlijk waren er weer uitkeringen gedaan in het weekeinde. Lange rijen voor banken zie je in Argentinië én Uruguay trouwens zeer regelmatig.

Tucuman is een flinke stad, zo’n 800.000 inwoners, met een druk en gezellig centrum maar waar men nog wel de provinciale siesta (zo kijken de Portenos uit Buenos Aires daar tegenaan, die er prat op gaan dat hun stad nooit slaapt) in ere houdt en tussen 14.00 en 17.00 uur volledig in slaapt valt. Nagenoeg alle winkels gaan dicht en je ziet nauwelijks nog mensen op straat. Het voornaamste lawaai wordt veroorzaakt door de schoolkinderen die met hun rugzakken op wieltjes door de voetgangerszone met flinke ribbels in het wegdek denderden.

Wat direct opvalt, is dat de beheersing van de Engelse taal nog erbarmelijker is dan in andere streken waar we geweest zijn: in diverse hotels, 2 toeristenbureau’s en 4 autoverhuurbedrijven is het enige woord dat ze kennen “No”, geheel toevallig gelijk aan de Spaanse variant, als je in je beste Spaans vraagt of ze Engels spreken.

Tucuman is wel een aangenaam stadje, maar de stad zelf heeft geen spetterende bezienswaardigheden, dus tijdens de siesta werken wij onze verplichtingen van de rest van de week weg om in de komende dagen vrij van verplichtingen te zijn daar we dan naar o.a. Cafayate, Cachi, Salta gaan.

Poort bij San Ignacio
Ruïnes San Ignacio

Laat een antwoord achter