Tibet

Mount Kailas en Lake Mansarovar in Tibet

We hadden het schema van de trip omgegooid, zodat we eerst de kora zouden doen, vervolgens naar het Sagadawa festival in Tarboche zouden kunnen en daarna pas naar Lake Mansarovar zouden gaan. Onze Tibetaanse gids gaf ons de keuze tussen kamperen op het festival terrein of verblijven in het guesthouse en dan de volgende ochtend vroeg naar het festival in Tarboche rijden. Daar de meesten het toch wel heel erg koud gehad hadden, koos bijna iedereen voor het laatste. Helaas was de gids even vergeten om te checken of er uberhaupt wel plek was en bleek heel Darchen vol te zitten, zodat we ons konden opmaken voor een nieuwe koude nacht in de tent.

In Tarboche staat een vlaggenmast die elk jaar met het Sagadawa festival wordt neergehaald, voorzien van vele nieuwe gebedsvlaggetjes en vervolgens weer rechtop gezet wordt. Tijdens het Sagadawa festival (op volle maan in mei) wordt de geboorte, de verlichting en de dood van de Boeddha herdacht. Hiervoor komen vele Tibetaanse pelgrims naar Tarboche. Het is de bedoeling dat de mast helemaal recht komt te staan. Dan wordt het een goed jaar. Staat ie scheef dan wordt het een slecht jaar.
De Chinese autoriteiten hadden dit jaar weer iets nieuws in petto voor de Tibetanen. Zij hadden een verbod uitgevaardigd om als bijrijder of in de achterbak van een truck (het voornaamste middels van transport voor Tibetanen) naar Tarboche te reizen. Voor een dergelijk belangrijk festival was het dus vrij rustig. Toch waren er voldoende mensen om een beetje sfeer te hebben. De vlaggenmast werd eerst gezegend door een groep van lama’s die vervolgens op een heuvel boven de mast plaatsnamen om daar de mensen en hun meegebrachte spullen te zegenen. Voor een paar Nepalese vrienden lieten we ook wat witte sjaaltjes zegenen. Het bevestigen van nieuwe gebedsvlaggetjes aan de vlaggenmast en het handmatig rechtopzetten van deze enorme paal nam uren in beslag. Al die tijd liepen Tibetanen rondjes rondom de mast.
Tussendoor bracht Arno nog een bezoek aan de sky burial plaats van de 84 Mahasiddhas (soort van verlichte personen) boven Tarboche. In Tibet is het een goed gebruik om het lichaam van de overledenen in stukken te hakken en aan de gieren te voeren. Op deze sky burial plaats zat een monnik met een prachtige stem te chanten. Omringd door vele traditioneel en modern geklede Tibetanen, die voor hem op de grond gingen liggen (waarschijnlijk om de dood te symboliseren), bracht hij zijn gebeden ten gehore. Op deze prachtige stille hoge plek, met mooi uitzicht over de Himalaya een erg indrukwekkende “voorstelling” waar vele ademloos naar luisteren. Niemand zei iets, bijna niemand maakte foto’s, maar ieder ging op in het prachtige van het moment.

Inmiddels was het flink gaan sneeuwen en stond de vlaggenmast nog steeds niet rechtop. Juist op het moment dat we half bevroren overwogen om maar te gaan, maakte vier grote groepen Tibetanen aanstalte om de mast recht te zetten. Een op een van de touwen vallende steunpaal verhinderde dat dat in een keer lukte. Een paar minuten later toen die steunpaal was verwijderd slaagde de tweede poging wel. En toeval of niet, juist op dat moment stopte het met sneeuwen, brak de zon door en veranderde de smeltende sneeuw in een bijzonder mysterieuze mist. Een geweldig schouwspel.

Na dit indrukwekkende festival reden we naar het Manasovar meer. Daar aangekomen, moesten we nog wachten op de truck voor dat we ons tentenkamp konden opzetten. We vroegen of de jeeps ons eerst naar de hot springs in de buurt konden brengen, want na een week zonder wassen leek ons dat toch wel erg lekker. Aangekomen bij de hot springs moesten we eerst nog ruim een half uur in de wind, kou en sneeuw wachten voor we naar binnen konden. Eenmaal binnengekomen, bleek dat de chinezen het hete water naar kleine kraantjes net onder kniehoogte hadden gekanaliseerd. Per washokjes met een zeer ranzige vloer en schotten op schouderhoogte was een pisstraaltje beschikbaar. Het geheel van 5 hokjes zat weer in een betonnen gebouw met een glazen dak met vele kapotte ramen waardoor de koude wind en sneeuw naar binnenkwam. Toch was het heerlijk om met behulp van een klein kommetje wat warm water over je vieze koude lijf te gooien. Na dit lekkers gingen we terug naar het meer, waar de Nepalese staf het kamp al het opgezet onder de Chiu Gompa (Chiu klooster). De kou en de wind, gepaard gaande met flinke stofwolken, dwong ons om in de eettent te blijven. Na het eten was de wind wat gaan liggen en konden we genieten van de volle maan die boven het Manasarovar meer opkwam.
De volgende ochtend was het helemaal helder en hadden we een prachtig uitzicht over het knalblauwe meer, op de Himalaya en op Mount Kailash.
De legende wil dat het Manasarovar meer gecreeerd is uit de hersenen van de Hindoe oppergod Brahma. Met name dus voor Hindoes is een duik in dit meer van groot religieus belang. Vlakbij ons kamp was een grote groep Indiers bezig met hun religieuze duik in het meer, waarvan de randen bedekt waren met ijs. Onder hun “Om namah Shivaha” gechant namen ze een voor een een bad. Niet te beroerd om aan den lijve te ondervinden hoe zo’n bad is, dook Arno er ook even achteraan. Best fris, maar in ieder geval lekker om de laag stof die zich in een nacht alweer had gevormd, nog even weg te spoelen. Vervolgens beklommen we een nabij gelegen hoge bergen, waar vandaan we een prachtig 360 graden uitzicht hadden op de omgeving, met naast het Manasarovar meer en Mount Kailash, oa ook het Raksas Tal meer, de heilige berg Gurla Mandhata en een aantal Himalaya pieken in Nepal en India.
Na de lunch was het weer tijd om te schuilen voor wind, kou en stof die op deze laatste avond voor de terugreis nog even hun grootste properties aannamen.

Op 25 mei (de geboortedag van ons eerste neefje (oom/tante-zeggertje) Niels, maar dat zouden we pas 4 dagen later horen) gingen we op tijd op pad voor de terugtocht naar Kathmandu die nog 4 volle dagen in beslag zou nemen.

Na circa 1,5 uur gaf de Franse healer bij Arno in de auto aan dat de energie in hem flink te keer ging en dat er iets ging gebeuren met iemand in de groep. Nog geen kwartier later stopte de 2e jeep met daarin o.a. Susanne en de Zwitser. Susanne kwam licht paniekerig naar de 3e jeep gelopen (de eerste met gids was nergens te bekennen). Het bleek dat de Zwitser een aanval van epilepsie had gekregen. Hij had inmiddels met zijn hoofd hard tegen het dak van de jeep gestoten en in zijn tong gebeten, zodat het speeksel wat uit zijn mond droop roodgekleurd was. Dat zag er niet zo goed uit.
De Fransman kroop meteen bij hem in de auto en begon met een soort healing-sessie, waarbij de pijn via zijn lichaam weg zou moeten vloeien. Dit resulteerde in een gehuil van de Fransman, maar al spoedig stopte de aanval van de Zwitser en leek alles relatief mee te vallen. Echter, een half uur na de lunch kreeg de Zwitser een nieuwe aanval. Nu begonnen de anderen zich meer zorgen te maken. Wanneer een epileptische aanval hevig is, kan een opname in het ziekenhuis noodzakelijk zijn. Dat zou betekenen dat de snelste weg terug naar Darchen zou zijn en te hopen dat we daar een helicopter naar toe zouden kunnen laten komen. Bij doorrijden was Kathmandu nog 3,5 dag rijden en elke minuut die we verder reden, bracht ons dus verder weg van de helicopter. Uiteraard kon niemand de situatie goed inschatten, want niemand had ervaring met de aanvallen van de Zwitser en hij zelf was te veel van de wereld om nog normaal te kunnen communiceren. Een lastige situatie. Aangezien er geen communicatie mogelijk was tussen de jeeps en de eerste jeep al erg ver vooruit was, zat er weinig anders op dan voort te hobbelen richting Paryang. Volgens het Ierse meisje zijn trauma’s meestal de oorzaak van epileptische aanvallen bij de “patienten” die bij hun komen voor een healing.
De Zwitser, die al 20 jaar last van aanvallen had, was in ieder geval erg blij dat de healer bij hem was en wilde die avond ook bij hem op de kamer slapen. We hadden inmiddels besloten een guesthouse te nemen en niet weer in een tent te slapen om de stress van zijn (en onze lichamen) te beperken. Tijdens het eten kwam een derde aanval op die door de Franse healer in de kiem gesmoord werd. De in het begin nog redelijk nuchter Zwitser begon aan het einde van de reis serieus te overwegen om zijn volgende trekking in de Himalaya om te wisselen voor een bezoek aan de Ashram van Sai baba in India.

De volgende ochtend ging het al een stuk beter met de Zwitser en in de volgende 2 dagen hobbelden en stuiterden we door het schitterende landschap terug naar Nyalam, hierbij uitzicht hebbende op prachtige bergen, bevroren rivieren, arenden, Pika’s (zeer grote konijnen), Kyangs en Owa’s (soort van gazelle-achtige beesten). Het was wel al duidelijk te zien dat het vooral overdag een stuk warmer was, want de hoeveelheid ijs in de rivieren was aanzienlijk minder dan een dag of 10 eerder.

Zaterdag 28 mei vertrokken we ’s ochtends op tijd uit Nyalam om op tijd bij de douane in Zhangmu te zijn en daarmee de ergste drukte voor te zijn en niet weer een paar uur te moeten wachten zoals op de heenreis.

Net buiten Nyalam doken we de prachtige kloof van de Bhote Kosi rivier in. Een diepe kloof in het Himalaya gebergte en daarmee een van de belangrijkste verbindingen tussen Tibet en Nepal. Al vrij snel veranderd het landschap van droog, koud en kaal, naar warm, vochtig en groen en begroeid. We hadden deze weg al 2 keer eerder gereden, maar het blijft prachtig en deze weg is misschien wel de mooiste weg die we ooit afgelegd hebben.

Na de twee lekke banden van gisteren, wachtte ons tijdens de laatste kilometers in Zhangmu een nieuwe verrassing. In de verstopte straat van dit grensplaatsje remden de truck en de eerste 2 landrovers voor het stilstaande verkeer, waarbij wij in de tweede auto zaten. Opeens hoorden we een luide klap en werden we flink door elkaar geschud en onze auto reed tegen de eerste auto aan. Met een pijnlijke rug stapten we uit de auto om te kijken wat er nu precies gebeurd was. Bleek dat de remmen van landrover nr 3 plotseling hadden geweigerd. De schrik zat er goed in bij onze reisgenoten in de laatste auto. Niet alleen moesten ze met lede ogen aanzien hoe hun auto de jeep met hun reisgenoten voor hun zou gaan rammen, ook dachten ze terug aan de afgelopen 2 uur waarbij ze met deze auto langs vele diepe ravijnen waren gereden. Ook Arno die de dag er voor in dezelfde auto over een paar hoge bergpassen van meer dan 5000 meter gevolgd door steile afdalingen langs diepe afgronden was gereden, krapte zich eens achter zijn oren. Nou ja, gelukkig was alles weer goed afgelopen. De auto kon echter niet meer verder rijden en blokkeerde de toch al verstopte weg nog verder. We liepen verder naar de grens, waar we lang moesten wachten tot de Tibetaanse chauffeurs en gids het geheel hadden afgehandeld. Nog net voor de lunchpauze van de douaniers kwamen ze eindelijk opdagen, zodat we niet nog een extra uur hoefden te wachten. Je kunt je toch niet voorstellen dat de grens tussen Nederland en Duitsland ’s middags even een uur dicht gaat omdat de douaniers lunchpauze hebben.

Weer in Nepal vervolgden we de schitterende weg langs de Bhote Kosi. In Nepal werden we nabij Dhulikel op een Abir douche getrakteerd door een ritueel van Nepalezen. Zij besproeide voorbijkomende voertuigen met water met rood abir poeder. Daar niet iedereen op tijd zijn raam dicht had, zaten sommige vol met het rood gekleurde water. Volgens de gids zou het om een soort van regendans gaan. Het is de laatste tijd nl nog al heet en droog geweest in Kathmandu en de boeren snakken naar water. De watertoevoer is gedaald tot circa de helft van de behoefte aan water. Het is in ruim tien jaar niet zo warm en droog geweest in Kathmandu en de kans is groot dat er in de komende dagen een nieuw hitte record gemeten zal worden.

Laat in de middag waren we weer terug in het drukke, hete vertrouwde Kathmandu. Ook weer heerlijk. En helemaal heerlijk om nadat we 2 weken geen bad of douche hadden gezien, ons eindelijk weer eens echt en goed te kunnen wassen en daarmee een prachtig avontuur af te sluiten. ’s nachts in Kathmandu was het onvoorstelbaar warm, zelfs zonder kleren en met een fan aan was het nog steeds heet. Wat een enorm contrast met de kou in Tibet.

De volgende dag was het een grote reunie in de straten van Kathmandu. We kwamen op straat al onze reisgenoten een of meerdere malen tegen, bijna alle vrijwilligers van Cross borders en nog een aantal andere bekenden die we een paar weken niet hadden gezien. Gezellig, terug in Kathmandu !

Wat minder was, was dat een van de Nederlandse jongens in Kathmandu op zondag was gearresteerd omdat hij het had uitgemaakt met zijn Nepalese vriendin. Zij was een beetje een freak die hem van allerlei zaken beschuldigde, maar hij had wel heel wat uit te leggen aan de politie voordat ze hem lieten gaan en aan haar beschuldigingen begonnen te twijfelen. Hij liep er ’s avonds nog een beetje verdwaasd bij. In de gevangenis waar hij een paar uur mocht verblijven, zat ie samen met Nepalezen in één cel, die duidelijk flink sporen van mishandeling hadden.

Zaterdagmiddag vertrekken we weer naar Amsterdam. De komende dagen gaan we de laatste dingen regelen hier, nog wat computerlessen geven, afscheid nemen van de kinderen, etc. Zondagochtend 5 juni zijn we weer in Nederland.

Laat een antwoord achter