Tibet

14 dagen Mount Kailash

Mount Kailash / Lake Manasarovar – Nepal/Tibet verslag #16 – 2 mei – 30 mei


Woooooow: Mount Kailash en Manasarovar. Dit was wel een van de meest bijzondere, prachtigste en interessantste trips die we gemaakt hebben. Vanuit het lege, kale, koude, stille, schitterende Tibet zijn we nu weer terug in het groene, bloedhete, drukke, maar ook prachtige Nepal. Nog vol van deze prachtige trip en een beetje gedesorienteerd na de snelle afdaling van de Tibetaanse hoogvlakte door de prachtige kloof van de Bhote Kosi rivier naar Kathmandu gaan we ons nu opmaken voor het vertrek naar Amsterdam komende zaterdag.
Voor we uitgebreide verslag zullen doen van de Kailash/Manasarovar-reis zullen we eerst even bij het begin beginnen en de periode tussen het vorige verslag en ons vertrek naar Tibet beschrijven.
Terwijl Guido aan het fietsen was in de vallei van Kathmandu, pakten wij het normale leven met vrijwilligerswerk, BeOnTop-werk en de nodige leuke dingen weer op. Op woensdagavond 4 mei kwam Guido weer terug en samen met hem zetten we eigenlijk ons normale leventje voort. Guido werkte wat mee vanuit Kathmandu en Arno en Guido gingen meerdere malen naar een internetbedrijf voor een nieuw project voor het ombouwen van een website die door BeOnTop beheerd wordt. Ondanks het bezwaar van lastige afstemming en het feit dat de prijs in Nepal niet heel veel lager is dan in Nederland (de concurrentie is hier niet zo groot) besloten we de opdracht toch aan dit Nepalese bedrijf te geven, omdat we het een leuker idee vinden om het geld in Nepal uit te geven dan in Nederland.
Na het werk was het weer tijd voor een leuk lang weekeinde. Dit begon op vrijdagavond met een afscheidsetentje in de Latin Quarters met Mijke en Geert (twee vrijwilligers die ook al sinds september in Nepal waren) waarbij we werden vergezeld door de helft van de “Salou groep”. Het werd een lange gezellige avond waarbij er veel gelachen, gedanst en gedronken werd.

De volgende ochtend gingen we weer op tijd op want we zouden gaan fietsen met 7 jongens en een begeleidster van Hamro Niwas. Op de heenweg brachten we nog een klein nieuw fietsje voor de kleinste kids van Hamro mee. Dit was een kado van Suzan en Peter2 voor deze kinderen. Ze vonden het geweldig. Nadat ze zolang hebben moeten toekijken hoe de grote kinderen lekker fietsten, kunnen nu alle kinderen delen in het fietsplezier. Met de oudere jongens fietsten we naar het leuke, knusse plaatsje Kirtipur, zo’n 10 kilometer ten zuiden van Kathmandu. Op de terugweg gingen we met de kids naar het voetbalstadion van Kathmandu voor een wedstrijd van de AFC cup (een soort champions league van C-landen in Azie), waar Kyrgyzstan Sri Lanka met maar liefst 8-1 versloeg.
Zondag 8 mei fietsten we naar Bouddhanath waar de verjaardag van Boeddha gevierd zou worden. Overdag was er nog niet zoveel te zien dus wandelden we wat in de leuke omgeving en bezochten we een paar kloosters. We besloten om ’s avonds terug te komen en Guido’s afscheidsetentje in het casino in de Hyatt Recency te houden. Voordat we naar het casino gingen, liepen we samen met honderden Tibetanen eerst nog even een rondje om/op de stupa van Bouddhanath die nu helemaal verlicht was. Een prachtig gezicht.
In het casino kochten we een paar fiches en lieten we de mogelijkheid om onbeperkt gratis te eten en te drinken niet zo maar aan ons voorbij gaan. Uiteraard konden we het niet laten om toch een paar spelletje te spelen en dankzij geluksvogel Guido (of was het inzicht?) gingen we zelfs met meer rupees naar buiten dan we een paar uur eerder binnen hadden gebracht.
De volgende middag vertrok ook Guido weer naar Nederland, maar niet voordat ie ’s ochtends nog even langs het internetbedrijf was geweest om de laatste punten voor onze website door te spreken.
Inmiddels hadden we onze Mount Kailash trip definitief gemaakt. Helaas moesten we het plan om met 12 Nepalese pelgrims te gaan laten varen, want het duurde veel te lang voordat zij hun definitieve plan hadden getrokken. De dag voor we vertrokken hoorden we dat deze Nepalese trip niet doorging omdat één van de 12 deelnemers een paar dagen voor vertrek was vermoord door de Maoisten. Fijn land, dat Nepal.
Op vrijdag 13 mei gingen we nog voor een laatste keer (we zijn al een tijdje bezig met afscheid nemen van diverse mensen) uit met Santosh en Sangeeta. Zij waren net terug van een trekking in het exclusieve Upper Mustang, waar ze in Lo Manthang o.a. de koning van Mustang hadden ontmoet. Met hun gingen we lekker Thais eten, nog een laatste keer naar de salsa-school en Salsa Bar en we sloten de avond af in de Fire Club in Thamel.
Zondag 15 mei. De dag van de verjaardag van Hamro Niwas, waarop ook de verjaardagen van alle kinderen worden gevierd. Helaas moesten we dit feest missen, want om 6 uur ’s ochtends moesten we klaar staan voor het vertrek naar Tibet voor onze 14 daagse trip naar Mount Kailash en Lake Manasarovar. Mount Kailash is de meest heilige berg van Azie en een bestemming voor pilgrims van aanhangers van het Boeddhisme, Hindoeisme, Jain en Bon-geloof. Mount Kailash ligt in het westen van Tibet, ver van de hoofdstad Lhasa en ver van de reeds door de Chinezen ontwikkelde gebieden.
Deze eerste dag reden we eerst met een bus via Dhulikel naar Kodari, de grensplaats met China aan de Nepalese kant. Het verlaten van Nepal ging vrij soepel. Een grappig onderdeel van de grensformaliteiten is het feit dat een Chinese ambtenaar je temperatuur opneemt ter indicatie van je gezondheid. Aan de andere kant van de Friendship Bridge, de brug over de grensrivier, stonden 3 landrovers en een truck op ons te wachten. Het duurde wel even voordat alle spullen vanuit de bus waren overgeladen en de landrovers en truck zich uit de volledig vaststaande verzameling auto’s en truck hadden los gemanouvreerd en we verder konden naar de Zhangmu, de Chinese kant van de grens. Hier wachten ons een onaangename verrassing. Er bleek nog een grote van bijna 60 Indiers incl ook bijna 60 man personeel op weg naar Mount Kailash en deze hele groep stond voor ons in de rij, terwijl de Chinezen slechts één man hadden ingezet om de formaliteiten af te handelen. Dit duurde dus zeker 2 uur. Beetje gepraat met de enthousiaste Indiers. Voor Hindoes is de trip naar Mount Kailash een “once in a lifetime” pilgrimage en dus van groot belang. Wat we toen nog niet wisten, is dat het voor ons een prachtige maar zeer zeer zware trip zou worden en voor hun een vrij dramatisch avontuur, maar daarover later meer.

Eenmaal door de douane heen, reden we door naar Nyalam op 3.700 meter hoogte. Hier zouden we een dag blijven voor de acclimatisatie en om meteen een beetje ingeburgerd te raken in de accommodaties die we verder konden verwachten. Het guesthouse in Nyalam was het enige tijdens deze trip waar we stromend water zouden hebben. Dat wil zeggen dat er een paar kraantjes boven een wasbak waren, waar ijskoud water uitkwam. De illusie dat we ons misschien nog wel eens redelijk zouden kunnen wassen in de komende 2 weken, konden we meteen laten varen.
In Nyalam was er uitgebreid tijd om eens nadere kennis te maken met onze reisgenoten. Dit bleek een zeer interessante internationale groep te zijn.
– Een Frans/Iers koppel dat de halve wereld heeft over gezworven en nu al 6 jaar in India en Griekenland woont. Ze wonen in een Ashram in India en verdienen hun geld met donaties die ze krijgen met spirituele lessen en healings. Hierbij geven ze de lessen die hun leraar hun geeft, weer door aan hun leerlingen. Ze hebben beide dezelfde leraar die zijn lessen in hun dromen doorgeeft. Deze leraar heeft ook gezegd dat ze de Griekse eilanden moeten ontvluchten omdat er eind juli of in augustus iets vreselijks gaat gebeuren. Mocht je dus nog vakantie-plannen hebben, ga in die tijd dan niet naar Griekenland. Verder zijn ze volledig Sai baba devoted en Sai baba geeft ze allerlei dingen (boodschappen, maar ook materiele zaken) door zonder hun te spreken. De man heeft zijn kinderen al 4 jaar niet gezien, maar ook zonder internet en telefoon elke dag contact met ze.
– Verder hebben we 2 dames uit Letland die volledig Shiva devoted zijn en al 6 jaar lang dromen hebben waarin ze wordt verteld dat ze naar Kailash moeten. Na Kailash gaan ze door naar Sai baba in India.
– Vervolgens hebben we nog een Amerikaan en een Zwitsere architekt die beide zeer filosofisch en spiritueel aangelegd zijn, doch geen stromingen volgen, maar vnl bij zichzelf te raden gaan. De Amerikaan, die rond zijn twintigste de dood in de ogen heeft gezien, is wel een heel bijzonder type, die voortdurend kwijt is, in enorme lachbuien uitbarst en wel allerlei religieuze handelingen uitvoert. Hij kon ook over zijn eigen geboorte vele details vertellen.
– Daarnaast nog een Oostenrijkse exclusieve meubelmaker die qua uiterlijk zo uit ZZtop gelopen lijkt te zijn, maar qua persoonlijkheid meer een personificatie van Lao Tze is. Op 10-jarige leeftijd leerde hij tijdens een opleiding door priesters de mooie boodschap van de bijbel, maar ook dat ie niet zo veel ophad met het instituut “De Kerk” en al helemaal niet met de boodschappers van Gods woord, waarvan sommigen er bijzondere vervelende praktijken op nahielden. Het geheel wordt gecompleteerd door een nuchtere vrouw uit Limburg.
De Nepaleze begeleiding was uitstekend. Zij verzorgden 3 maal per dag een maaltijd voor ons en stonden bijna dag en nacht vol vriendelijkheid voor ons klaar.
Op dinsdag 17 mei begon de rit naar Kailash pas echt. Als eerste gingen we over een hoge bergpas van ruim 5.000 meter waar je een prachtig uitzicht had op de Himalaya die je voor je gevoel bijna kon aanraken, zo dichtbij waren de enorme witte pieken hier. Direct daarna verlieten we de Friendship Highway, die van de grens via Lhasa naar Shanghai loopt (het duurt circa 10 dagen om deze heel weg af te rijden). De snelweg is overigens grotendeels een hobbelige gravelweg, maar direct na de afslag bleek dit een relatief erg mooie weg, want van een weg richting Kailash was eigenlijk geen sprake. Het was meer een spoor door het ruige landschap dat getrokken was door de vele voertuigen die ons waren voor gegaan. We zaten dus uren lang te stuiteren op onze stoelen, maar hadden een buitengewoon mooi uitzicht op de noord kant van de Himalaya range in het zuiden van de vallei en de Gangdise bergrange ten noorden van de vallei. Na een paar uur rijden, kwamen we samen met de tientallen jeep van de Indiers vast te zitten in een aantal zandduinen vlakbij een turkooise Paiko Tso meer en aan de voet van prachtige witte bergen. We maakten van de nood een deugd door hier te gaan lunchen, terwijl tientallen Nepalezen zich bezig hielden met het lostrekken van de vele auto’s die waren blijven steken. Een paar uur later volgde het volgende oponthoud. De brug over de heilige Brahmaputra rivier was nog steeds niet helemaal klaar en de auto’s moesten deze rivier per pont oversteken (voetgangers konden wel al gebruik maken van de brug), waarbij er 3 a 4 voertuigen per oversteek meekonden. De pont werd aan beide zijden van de rivier door een jeep resp Tibetaanse traktortje heen en weer getrokken. Een oversteek duurde al gauw een 10 minuten a een kwartier en er stonden misschien wel 50 voertuigen voor ons te wachten. Minimaal 3 uur later en halfbevroren door de ijzige wind konden we verder voor de laatste minuten richting onze overnachtingsplaats in Saga. We zouden hier eigenlijk gaan kamperen, maar daar het al zo laat was besloten we een guesthouse te nemen.
De volgende dag vervolgden we ons weg langs de prachtige Himalaya met nu ook her en der vele bevroren rivieren met prachtige dikke lagen ijs, grote ijsschotsen etc.

Onderweg werden we aangehouden door een truck met de Nepalese begeleiders van de Indiers. Een van de Nepalezen had vreselijke last van hoogteziekte. Hij kon niet meer op zijn benen staan, niet meer communiceren, en moest voordurend overgeven. Zijn kameraden waren de wanhoop nabij, ze wisten niet wat ze moesten doen en ook wij konden natuurlijk weinig beginnen. We hielpen ze met het gebruik van een zuurstoffles en gaven diamox (hoogteziekte pillen) en beloofden aan de rest van de groep van Indiers door te geven dat 1 persoon ernstig ziek was. Het beste remedie is natuurlijk afdalen, maar we zaten op een punt dat een serieuze afdaling van enkele honderden meters bijna een hele dag rijden was.
Machteloos reden we door naar een kampeerplek voorbij Paryang. Hier zetten we voor het eerste ons tentenkamp op in een prachtige omgeving, maar ook in een ijskoude storm.
Er wachtte ons een onaangename verrassing. Vele tenten bleken gaten te hebben en elke tent had een of meer ritsen die niet goed werkten. Verder waren de slaapmatjes flinterflinter dun. Dat beloofde wat voor de nacht. Die bleek inderdaad ijs en ijskoud, waarbij er temperaturen van min 10 in de tent werden gemeten. De volgende ochtend bleek dat de meeste mensen van de kou geen oog dicht hadden kunnen doen. Op de open vlakte kwam gelukkig al snel de zon te voorschijn, zodat we al snel een klein beetje konden doorwarmen en van het prachtige uitzicht over de vlakte met daarachter de Himalaya range konden genieten. Het water om te drinken en te koken werd tijdens deze trip vnl uit rivieren en meren gehaald en was vaak een beetje troebel, maar kennelijk goed genoeg. Na het ontbijt reden we in een uur of zes door naar Darchen dat aan de voet van Mount Kailash ligt. Na de shock van afgelopen nacht hield iedereen het kamperen wel even voor gezien en besloten we om in een guesthouse de nacht door te brengen. In de omgeving van Kailash is het enige verschil tussen een guesthouse en een tent trouwens het materiaal van de wanden van je nachtverblijf, want ook bij een guesthouse heb je geen stromend water en voor je toiletbehoeften moet je ook gewoon naar buiten toe. Met wat geluk is er nog een apart hokje (met nog meer geluk, een overdekt hokje) waar je je behoeften in een gat in de grond kunt doen. Met wat pech, sta je gewoon helemaal buiten in de natuur in de ijskoude wind en sneeuw.
De Kora om Mount Kailash
Op vrijdag 20 mei vertrokken we voor de driedaagse wandeling over de Kora van Mount Kailash. Het was de bedoeling dat we een kudde Yaks (zeg maar Tibetaanse koeien) zouden hebben om onze bagage, tenten en eten mee te nemen. Echter, omdat de Dolma La (pas van 5630 meter hoog) nog helemaal vol sneeuw en ijs lag, was het niet mogelijk om van Yaks of paarden gebruik te maken. Gelukkig konden we een grote groep Tibetaanse dragers regelen voor deze klus, anders was het behoorlijk lastig geworden.
Na een kilometer of 10 lopen, kwamen we bij de Kangnyi Chorten (of stupa) in Tarboche de grote groep Indiers weer tegen. Tarboche is het laatste punt waar je nog met de jeep kunt komen. Het bleek dat hun droom al aardig in duigen was gevallen. De meeste waren redelijk op leeftijd en hadden wat last van een minder goede conditie cq. aardig wat overgewicht, dus hun planning was om de kora op de rug van een Yak of paard af te leggen. Dit feest ging dus mooi niet op. Voor deze pilgrims een ramp, want ze kwamen helemaal uit Zuid-India voor deze eenmalige tocht naar Kailash en zouden de Kora dus nooit voltooien. De stemming in de groep was echter nog bedrukter daar één reisgenoot met ernstige hoogteziekte per helicopter was geevacueerd en nog erger, één reisgenoot reeds door hoogteziekte was ingestort, niet op tijd medische hulp had gekregen en aan hoogteziekte was overleden. Uiteraard was de stemming in deze groep behoorlijk bedrukt, maar misschien wel laconieker dan wij zouden verwachten met zulke omstandigheden: “What to do?” was het parool. Wellicht dat dit ook komt omdat het overlijden tijdens een pilgrimage voor Hindu’s bijzonder veel punten oplevert voor een goed karma en misschien wel leidt tot het Nirvana.

Onder het motto “What to do” vervolgden wij dus ook maar onze weg richting ons eerste kamp bij Dirapuk Gompa (Dirapuk klooster) aan de noord kant van Kailash. We liepen door een prachtig diepe kloof, langs een rivier die op meerdere plaatsen nog vol ijs en sneeuw lag en hadden voortdurend een schitterend zicht op de bergen en natuurlijk op Kailash zelf. Prachtig om te zien hoe de natuur hier zijn gang gaat, met gekantelde aardlagen, door wind en water geerodeerde rotswanden, kaarsrecht doormidden gespleten rotsen en vele schitterend geslepen en gekleurde stenen met alle kleuren van de regenboog.
Door de hoogte, Dirapuk Gompa ligt op 4900 meter, was het best een zware wandeling en rond een uur of vijf kwamen we redelijk moe aan in het kamp, waar het vrijwel direct licht begon te sneeuwen.
We kropen met zijn allen bij elkaar in de eettent en zo aan de noordvoet van Mount Kailash kwamen al snel de spiritueel getinte gesprekken weer opgang. De levensverhalen en levensvisies van onze reisgenoten waren in ieder geval erg interessant om naar te luisteren en het was leuk om met ze van gedachten te wisselen.
Gelukkig waaide het die nacht bijna niet, zodat we in onze tenten wat minder last van de kou hadden en de volgende ochtend vroeg nog enigszins fit aan de zware dag met de klim over de Dolma La (5630) konden beginnen. Een hele mooie wandeling die grotendeels over bevroren en met sneeuw bedekte riviertjes en berghellingen ging. Begeleid door vrolijke fluitende, lachende, zingende en/of biddende Tibetanen met gebedsmolentjes in de hand en vrolijke klingelende belletjes op de heup, zweefden we langzaam omhoog. Onderweg kwamen we onder andere langs Shiva Tsal waar Tibetanen massaal kledingstukken achterlaten en evt andere weer meenemen waarmee een soort van wedergeboorte wordt gesymboliseerd.

Eenmaal boven op de pas hingen we de gebedsvlaggetjes op die we van de Tibetaanse eigenaresse van ons guesthouse hadden meegekregen. In een behoorlijk stevige sneeuwstorm viel deze klus nog niet mee. We daalden af over een glibberige paadje langs o.a. het bevroren Tukje Chenpo meer, dat wanneer het ontdooit is een prachtige emerald-achtige kleur moet hebben. Na de stijle afdaling moesten we nog circa 3 uur “uitwandelen” richting ons volgende kamp bij Zutulpuk (mirakel grot), vernoemt naar een actie van de heilige Milarepa, die de grot waar hij zat de mediteren wat aan de kleine kant vond en met wat kleine gebaren het plafond verhoogte en de vloer juist verlaagde.

Toen we daar om 19.30 uur aankwamen, stond er al weer een stevig briesje, die de gevoelstemperatuur niet ten goede kwam. Velen hadden een zware dag gehad en een aantal verklaarde de pijn met het feit dat ze een goede “spiritual purification” achter de rug hadden.
Na een slechte nachtrust, werden we de volgende ochtend wakker tijdens een flinke sneeuwbui. Inmiddels begonnen alle ledematen behoorlijk pijn te doen van de ijskoude nachten op de harde, koude ondergrond. Opengebarsten plekken aan handen en gezicht heelden ook niet meer en werden alleen maar erger onder invloed van kou, zon en wind.
Na het ontbijt gingen we op pad voor het laatste deel van de kora. Een wandeling die eerst nog door het mooie dal van de Zhong Chu rivier ging. Hierbij liepen we over bevroren stukken rivier, waarbij je het water onder de dikke ijslaag hoorde bulderen. Prachtig. Het laatste stuk liepen we in hagel- en sneeuwbuien over de vlakte van Barkha terug naar Darchen, waar we de kora voltooiden en daarmee volgens het Hindoe geloof de zonden van ons hele leven gewist zouden moeten hebben. Een aardige bijkomstigheid.
Eenmaal in het guesthouse bleken drie van de 10 mensen nog niet binnen te zijn, terwijl er inmiddels een behoorlijke sneeuwstorm opstak en alle dragers en gidsen wel al binnen waren. Eigenlijk was het de bedoeling dat er sowieso altijd één gids als bezemwagen fungeerde en bij de laatste wandelaar zou blijven. Na een uur werd de Nepalese staf toch wel enigszins nerveus en werd er eindelijk een jeep op pad gestuurd om te gaan zoeken naar de laatste wandelaars. Die werden gelukkig al snel gevonden. Het bleek dat ze een tijdje hadden zitten mediteren in een grot en elkaar daarna mis hadden gelopen, zodat ze flink op elkaar hadden staan wachten.
We hadden het schema van de trip omgegooid, zodat we eerst de kora zouden doen, vervolgens naar het Sagadawa festival in Tarboche zouden kunnen en daarna pas naar Lake Manasarovar zouden gaan. Onze Tibetaanse gids gaf ons de keuze tussen kamperen op het festival terrein of verblijven in het guesthouse en dan de volgende ochtend vroeg naar het festival in Tarboche rijden. Daar de meeste het toch wel heel erg koud gehad hadden, koos bijna iedereen voor het laatste. Helaas was de gids even vergeten om te checken of er uberhaupt wel plek was en bleek heel Darchen vol te zitten, zodat we ons konden opmaken voor een nieuwe koude nacht in de tent.

Laat een antwoord achter