Jordanië

Qasr al Azraq en Qasr al-Kharaneh

Woestijn tour o.a. langs Qasr al Azraq en Qasr al-Kharaneh

Dinsdag 3 september:

We checkten uit bij het Palace hotel en reden per taxi het naar Firas Wings hotel, waarbij we bijna werden afgezet, want de meter stond bij begin van de rit op 800 i.p.v. 150 fils. Bij de discussie die daardoor ontstond hielp Ibrahim ons, zodat we aanzienlijk minder hoefden te betalen. Daar er geen twee-persoonskamer meer vrij was, kre­gen we voor dezelfde prijs een mooie ruime drie-per­soonskamer.

Daarna ginen we echt op pad en reden via een aantal woestijnkastelen (Qasr Al Hallabat, en Qasr al Sarah/Qasr Al Hallabat) naar een wildlife-reservaat, wat niet zoveel voorstelde: een uitkijktoren, een paar struisvo­gels en Oryxen en een mini-museumpje. Susanne kreeg meteen nadat ze had ge­zegd dat er heel weinig vogels waren als reactie een klod­der vogel-shit op haar schouder.

Een student uit Amsterdam had een jaar in het reservaat geze­ten om de Oryxen te bestuderen.

Onderweg zagen we zeer veel wind­hoosjes. Eenmaal moest Ibrahim zijn snelheid flink aan­passen om niet midden in een windhoos, die onze weg kruiste, terecht te komen.

We lunchte in een Jordaans restaurantje waarvan Ibrahim de manager kende. Vanwege de vele vliegen mochten we in het kantoor van de manager eten. We aten kabab en shish kabab met humus en komkommer in dikke yoghurt en Turkse koffie toe.

Toen Susanne even naar de WC was, werd Arno vaderlijk toegesproken door Ibrahim: Susanne was zo’n aardige meid, die mocht hij niet gebruiken voor een jaartje en dan weer dumpen. Arno moest met haar trouwen, kinderen krijgen en altijd bij Susanne blijven.

Na de lunch gingen we op weg naar Qasr al Azraq, waar het mannetje uit het guide-boek nog steeds gids was. De vader van dit grappige oude mannetje (circa 85) had Lawrence of Arabia nog gekend. Hij liet veel foto’s en krantenartikelen zien (zijn grootste schat), veegde de kont van Susanne af en gaf Arno applaus en een zoen, nadat die met veel geba­ren tevergeefs iets aan hem duidelijk had proberen te maken.

Qasr al Azraq
Qasr Hammam as Sarah
Qasr al-Kharaneh

Het volgende paleis was Qasr al Amra, een paleis van een of andere prins, veel mozaïeken en aardige gids die ons uitnodigde voor thee en la­ter voor een diner.
Als laatste gingen we naar Qasr al-Kharaneh (een groot vierkant blok in de woestijn). Hier hadden we een zeer aardige Bedoeïen als gids die ons wat Arabisch leerde en van ons wat Nederlands wilde leren. Wederom werden we uitgenodigd voor thee.
Daarna wat gedronken in Bedoeïenen tent samen met twee agen­ten, Ibrahim, een bedoeïen en nog een man.

Een agent reed een stuk met ons mee richting Amman. Met Ibrahim spraken we af om de volgende dag afgesproken naar Pella, Umm Qais e.d. te gaan. Ons diner hadden we in Milano, wat Arno last van zijn maag en hoofd opleverde.

Laat een antwoord achter