Trongsa, Bumthang (Jakar)
29-11 Trongsa
Vanuit Wangdi rijden we naar Trongsa. Via een enorme slingerweg rijden we eerst richting Pele La, een pas op een hoogte van 3410 meter, maar eerst maken we nog een uitstapje naar een klooster in Gangte. Dit klooster is gelegen op een heuvel in de Phobjikha vallei, dat bekend is als winterverblijf van de zeldzame zwartnek kraanvogels. In de zomer verblijven deze vogels in Tibet, in de winter in Bhutan.
Het is een schitterende omgeving met mooie groene dalen en dik rhododendron bos, wat deels bedekt is met Spaans mos. Dit mos is deze ochtend bedekt met een dikke laag rijp, wat een prachtige gezicht is. Helaas ontnemen de wolken ons het zicht op de Himalaya range in het westen. Na de pas Pele La (3420 meter), dalen we eindeloos lang af door de Zwarte bergen (Black mountains) richting de op 2000 meter gelegen Trongsa Dzong, de meest indrukwekkende Dzong van Bhutan die al van grote afstand zichtbaar is op de strategisch gelegen locatie boven de Mangde Chhu rivier. Het is een knap voorbeeld van de Bhutanese architectuur in de 17e eeuw en de basis van de Bhutanese monarchie. De eerste 2 koningen regeerde Bhutan vanuit deze Dzong, de laatste twee deden hier ervaring op en ook de huidige kroonprins voerde van hier uit de leiding over het district Trongsa.
30-11- Trongsa naar Jakar in Bumthang
Vandaag staan we vroeger op dan normaal en we gaan een uur eerder weg, namelijk 8.00 uur. Het weer is gelukkig mooi vandaag, de hele dag zullen we een blauwe lucht zien. Vanuit het dorpje Trongsa rijden we direct omhoog in een uur via een slangenbochtenweg naar de pas Yothong La op 3425 meter. Met mooi weer ziet het landschap er mooier uit dan gisteren. We zien soms achter de hoge groene beboste bergen een paar witte pieken. Als we dichterbij de pas komen, ligt er overal een dikke laag rijp op de bomen. Dit is een prachtig gezicht, mede omdat de zon soms door de takken schijnt. Met het geluid van op de grond vallende stukjes ijs genieten we van het uitzicht. Op de pas, die bezaaid is met gebedsvlaggen, zien we een oude man arra (zelfgemaakte sterke drank) offeren en hij vraagt of we ook wat willen. Nee, bedankt, iets te vroeg. Er lopen ook een paar bepakte paarden. Dan dalen we af door een bebost landschap (ook Spaanse mos en bamboe) naar de Chhume vallei, een mooie groene en wijde vallei met leuke dorpjes. We zien grote scholen en veel mensen op straat. In Chhume vallei zijn er heel af en toe lange (max 500 meter) stukken rechte wegen. Dat is heel fijn voor de afwisseling. Hier zijn drempels gemaakt zodat auto evengoed niet te hard rijden.



Daarna rijden we door naar het dorp Jakar in de Bumthang vallei, waar we zullen overnachten. We komen er al voor lunchtijd aan. We nemen eerst wat thee en hebben dan een extra uitje naar The Burning Lake (Me Bar Tso). Het is gelegen aan de weg naar Mongar en de Tanga vallei. Het verhaal hierachter is die van Pema Lingpa (1450 – 1521), een van de 5 grote tertons (ontdekkers van teksten en feiten van Guru Rinpoche en ook composeerde hij de dansjes die tijdens grote festivals/ tsechu’s worden gehouden) van het Nyingma boeddhisme (Overigens is de huidige koning van Bhutan uiteindelijk ook een afstammeling van Pema Lingpa). Deze Pema Lingpa had in het meer (eerder een breed stuk van de rivier) een tempel in een grot onder het water ontdekt, waar o.a. een beeld van Lord Buddha te vinden was. Ook vond hij andere schatten. De mensen geloofden hem niet en wilden het wel zien. Om het te bewijzen sprong hij met een lamp die aan was naar beneden en kwam na een tijdje terug op een steen met de lamp nog aan en met een beeld. Als hij niet was boven gekomen, dan zou hij een soort duivel geweest zijn. Dit is een hele heilige plek, dat wel te zien was aan de vele gebedsvlaggen en offeringen, veelal beeldjes (tsha-tsha) van klei meestal in de vorm van stupa’s. We volgen het voorbeeld van de gids en chauffeur en gooien ook muntjes in het water en doen een wens. Wanneer de muntjes vanzelf naar een bepaalde ondiepe plek drijven zouden de wensen moeten uitkomen. Helaas zinken alle muntjes de diepte in. Ook was er nog een nauwe doorgang, een soort grot. Als je je hier doorheen worstelt, net als wat onze chauffeur deed, dan worden al je zonden gewist. Hij heeft echter flink moeten om door het gat heen te komen, wat een teken van flinke zonden zou moeten zijn.
Na de lunch in het hotel maakten we een korte wandeling door het dorpje Jakar. Het is een klein handelsdorpje, waar best wat te kopen valt. Er zijn vele shopjes, ook zagen we een kapper, beauty parlour en vele vervallen hotels. Een paar kinderen vroegen of we een foto van hen wilden maken, voor geld helaas. De wind begon al aardig op te zetten en het werd kouder. We reden naar het Kurjey (Lhakhang) klooster vanwaar we naar het Tamsing klooster zouden lopen. Beide zijn gelegen in de Choskhor vallei wat eigenlijk het noorden van Bumthang vallei is. Het was in het Kurjey klooster even zoeken naar de monnik met de sleutel, maar uiteindelijk kunnen we toch het klooster in. Veruit de belangrijkste hal is degene waarin de grot te vinden is met een lichaamsafdruk (body print) van Guru Rinpoche.
We maakten een korte wandeling naar het aan de andere kant van de rivier gelegen Tamshing klooster, ook wel bekend als de tempel van de goede boodschap. Voor de entree zaten vele kleine monnikjes gebeden op te dreunen. Er zat ook een leraar bij en een nog niet aangenomen monnikje (de jonkies draaien eerst 3 maanden proef om te kijken of ze wel echt gemotiveerd zijn om als monnik te leven) Tijdens het zingen keken ze voortdurend naar ons. Dit klooster was erg oud en vervallen. De schilderingen op de binnenmuren waren de originele in de 15e eeuw door Pema Lingpa zelf gemaakt, bedekt met een kleed om ze tegen nog verder verval te beschermen. Ook lag er binnen een zware ketting van ongeveer 25 kg die Pema Lingpa ontworpen zou hebben. Deze zou je 3 keer om de goemba moeten dragen.
Redelijk op tijd waren we terug in het hotel waar we de houtkachel flink opstookten want het was behoorlijk koud in de Bumthang vallei. Ook midden in de nacht moeten we de kachel opnieuw aansteken. Het is zover afgekoeld dat het zelfs onder de dikke dekens niet meer uit te houden is. Met gezellige geknetter van het vuur en het geritsel van ratten of muizen op plafond vallen we weer in slaap.



.
.