Failaka Island, Qurain War Museum, Koeweit
Gelukkig gaat dat (zie einde Dubai verslag) net aan goed en na een prima vlucht komen we aan bij een heerlijk rustige balie van de visumuitgifte op het vliegveld van Koeweit. De (maar liefst) 10 visumdienstmedewerkers vonden het echter niet nodig om reizigers te helpen waardoor het ondanks slechts één wachtende voor ons nog circa een half uur duurde voordat de visa geregeld waren. Deze visa waren ook ineens twee keer zo duur als een week eerder, hoewel het ontvangstbewijs nog de oude prijs aangaf. We protesteren meerdere malen tegen deze afzetting, maar de man die ons helpt, lacht breeduit en zegt “Tja, kredietcrisis, he”.
’s Middag gaan we naar vrienden van Maarten en Maaike waar we aan het begin van de avond lekker en gezellig BBQ-en op hun balkon. Daar en op de terugweg kregen we weer een illustratie van het idiote rijgedag van de Koeweitis. In de buurt van het huis van die vrienden waren meerdere auto’s flink op elkaar geklapt, waar circa 10 hulpdienstvoertuigen op afkwamen. Op de terugweg stond er op de snelweg een auto geheel in lichterlaaie. Waar je in Nederland regelmatig kijkersfiles hebt, maken de Koeweitis het helemaal bont. In beide richtingen waren er auto’s midden op de snelweg gestopt, niet om te helpen, vooral om te kijken en foto’s/filmpjes te maken. Voorzichtig manoeuvreren we door deze chaos (Maarten al rijdende toch even een kiekje makend). Overigens konden we de volgende dag in de krant lezen dat de bestuurder van deze auto de crash niet heeft kunnen na vertellen. In de krant staan ook dagelijks speciale secties van o.a. de vele verkeersongelukken en daarnaast van de aanhoudingen rondom dranksmokkel, illegale drankhandel en illegale drankproductie.
De volgende dag is het bewolkt en doen we lekker rustig aan. ’s Middags maken we een wandeling langs het strand, helemaal naar de Kuwait Towers. Die hadden we tot nu toe alleen van afstand en vanuit de auto gezien. Nu lopen we voor het eerst onder de grote gevaartes door, de hoogste toren is maar liefst 187 meter hoog. Deze toren kun je ook bezoeken, maar aangezien het niet zo helder is, stellen we dit uit tot een aantal dagen later. We wandelen door Souk Sharq, een groot modern winkelcentrum, waar we een taxi terugnemen naar het appartement van Maarten en Maaike. De taxichauffeur, kende de naam van het nabij gelegen hotel niet, sprak geen Engels en begreep zelfs “Arabian Gulf Street” niet. Dit is één van de bekendste wegen, zo niet de bekendste weg, in Koeweit. Wat een verschil met Dubai, waar de taxichauffeurs in prachtige moderne taxis, gestoken in een mooi uniform en zowel Engels spreken als de weg weten. Gelukkig weten we zelf de weg en loodsen we de taxichauffeur met armgebaren in de juiste richting.
Maandag houden we een flinke toeristische dag en bezoeken we ’s ochtends het Memorial Museum, het Koeweit Museum, het Al Sadu house en de oude Souq.
Als eerste brengt Maaike ons naar het Kuwait National Memorial Museum in Bayt Al Watani. Hier wordt de historie van Koeweit en de Golfoorlog op Madurodam-achtige wijze weergegeven. Dit gaat een beetje op een toon/wijze zoals je dat kent van beelden uit het Midden-Oosten: de eigen heroïsche daden worden flink opgehemeld (het Koeweitse leger werd in de praktijk in enkele uren volledig onder de voet gelopen) en de daden van de vijand als barbaars, bruut, schandelijk, etc bestempeld. Dat laatste is op zich begrijpelijk en in principe ook terecht, alleen de toonzetting komt op één of andere wijze aanstellerig over. We vragen ons af hoe de toonzetting in Nederlandse oorlogsmusea overkomt op buitenlandse bezoekers. Verder blijven bizarre acties van de coalitie/Verenigde Staten on(der)belicht, maar daarover later meer.



Na de miniatuur weergave van de Golfoorlog kom je in een ruimte met foto’s, documentatie, en materialen (waaronder wapentuig) die bepaalde gebeurtenissen in meer details beschrijven/illustreren. Hieronder bijv. foto’s van gruwelijk verminkte mensen/lijken. Als laatste tref je een borstbeeld aan van Saddam Hoessein, waar je volgens goed Arabisch gebruik best met je schoenen op mag slaan.
Het museum is niet groot dus na een dik uur staan we weer buiten en worden we weer opgehaald door Maaike, die ons vervolgens (superlief) naar het Kuwait National Museum brengt.
In dit museum vind je naast veel scherven, potten, pijlpunten en dat soort dingen (vinden wij dus niet zo interessant) ook een sectie waar o.a diverse delen van een souk, een school, huizen uit het pre-olietijdperk zijn nagebouwd en dus meer het traditionele, vrij primitieve woestijn/handels/vissersleven wordt weergeven (wat ons betreft veel leuker om te zien).
Ook dit museum is niet groot, zodat we nog net voor de middagsluiting naar het er naastgelegen Bayt Al Sadu (weefhuis) kunnen gaan, waar meer informatie over de weefkunst wordt gegeven en mensen ook weefcursussen kunnen volgen. Opvallend is dat alle cursisten die we hier aantreffen, westerse vrouwen zijn. Het is ons dus niet duidelijk of deze traditionele technieken ook voor de Koeweiti’s zelf bewaard blijven.
Hierna is het echt wel tijd voor een lunch en gaan we te voet op zoek naar een eettentje in het centrum. Tijdens het lopen komen we bij toeval in de oude souk terecht. Hier vind je diverse marktsecties met onder andere kruiden, kleding, vis, horloges, elektrische apparaten en net buiten het overdekte gedeelde ook een plein met restaurantjes en een speelplaats. De marktkooplui zijn vriendelijk en absoluut niet opdringerig. Voor een “appel en een ei” genieten we op het aangrenzende plein van een lunch bij een Indiaas tentje, terwijl het begint te betrekken en te waaien. We spoelen snel onze laatste hap weg en nemen een taxi terug naar Maarten en Maaike, wat op dezelfde manier ging als met de vorige taxi: geen Engels en geen idee waar we heen moesten, dus zelf weer met handen en voeten de weg wijzen.
Terug in het appartement barst het noodweer los: enorme regenbuien en in sommige delen van de stad zelfs enorme hagelbuien resulterend in een flinke witte laag en soms wel een halve meter water in de straten. Ook in de omgeving van het werk van Maarten is het heftig te keer gegaan. Als we hem gaan ophalen, staan alle straten in de omgeving nog steeds helemaal blank.
De volgende ochtend vervolgt Arno zijn zoektocht naar de mogelijkheden van een duiktrip. Helaas begint het duikseizoen in Koeweit pas in april omdat men het ’s winters te koud vindt. Op het moment is de watertemperatuur ongeveer 21 graden, maar hoogzomer loopt dit op tot boven de 30 graden. Bij diverse eilandjes voor de kust (oa Qaru Island en Kubbar Island) kun je duiken. De enige mogelijkheden zijn dan nog 3 en 4 april, maar helaas strooit de weersverwachting roet in het eten. Die is niet gunstig en de opening van het seizoen wordt een week uitgesteld: waarom zou je ook met matig weer gaan duiken als het nog maanden lang uitstekend weer voor duiken zal zijn?
’s Middags gaan we verder met onze sightseeing-toer en gaan we met Maaike en de kinderen naar de Kuwait Towers.
De 3 torens bevinden zich op een complex aan de Perzische golf. Ze zijn door een Zweeds bedrijf ontworpen en de bouw werd in 1975 gestart. In de hoogste toren bevinden zich o.a. een restaurant en observatiedek, van waar je een mooi uitzicht op de stad en de zee hebt. In de andere toren met bol bevindt zich een groot waterreservoir met een capaciteit van maar liefs 1 miljoen gallon.



’s Woensdagochtend eerst naar de haven bij Ras Al-Ardh om te informeren naar de vertrektijden voor de boot naar het Failaka eiland wat we voor donderdag in de planning hadden en daarna naar het Qurain War Museum zo’n 20 kilometer ten zuiden van de Kuwait Towers waar het verhaal wordt verteld van dappere verzetshelden uit de Golfoorlog. Het indrukwekkende museum is gevestigd in drie huizen midden in een woonwijk waar tijdens één van de laatste dagen van de oorlog een hevige strijd heeft plaatsgevonden tussen leden van de Messilah Resistance Group en het Iraakse leger. Van de 19 Koeweiti’s hebben slechts 7 mannen de felle strijd tegen circa 100 zwaar bewapende Irakezen overleefd en als je het centrale huis ziet, is dat een wonder. Enkele van de overlevende waren gevlucht, anderen hadden zich in het huis verstopt en waren niet door de Irakezen ontdekt toen ze de puinhopen doorzochten.
Bijzonder was ook het gastenboek met daarin het commentaar van een Amerikaan (meer in het bijzonder: een inwoner van Texas). Deze man zag in dit verhaal van de Messilah-groep het overtuigende bewijs dat het noodzakelijk is dat burgers zelf over wapens moeten kunnen beschikken.
’s Middags brengen we een bezoek aan de Grand Mosque gelegen tegenover Al-Sief Palace, het paleis van de Emir (Sabah Al-Ahmad Al-Jaber Al-Sabah geheten). Het is een vrij nieuw gebouw, opgeleverd in 1986 en niet beschadigd door de Golfoorlog aangezien Allah het niet had kunnen waarderen als de Irakezen ook moskeeën zouden vernietigen, kennelijk dachten de Irakezen dat de overige verwoestingen opname in het paradijs niet in de wegstonden. De Grand Mosque biedt in de hoofd bidruimte plaats aan 10.000 man en in separate ruimte ook aan 950 vrouwen, echter deze hoofd bidruimte wordt alleen gebruikt voor het vrijdaggebed en de gebeden tijdens de twee belangrijkste “Eids”. Dagelijkse gebeden vinden plaats in de dagelijkse gebedsruimte met plaats voor slechts 500 mannen.
Op de binnenplaats is nog eens plaats voor meer dan tienduizend mensen, maar tijdens de ramadan is dit bij lange na niet voldoende en wordt de gehele omgeving van de Grand Mosque door vele vele tienduizenden gelovigen gebruikt om richting Mekka te bidden.

Van een enthousiaste Koeweiti krijgen we een uitgebreide rondleiding, die wordt afgesloten met wat eten en drinken. We hoeven niets te betalen. Erg gastvrij allemaal. Alleen is deze Koeweiti ontzettend nationalistisch en ronduit racistisch jegens de (moslim)medewerkers uit Egypte en Bangladesh.
Als afsluiter krijgen we nog een promotiepakketje mee met allemaal informatie over de moskee, ramadan, de islam en de koran met onder andere een boekwerkje getiteld: “a brief illustrated guide to understanding islam”. Hierin vinden we wel wat uitleg over de Islam, maar wordt vooral een uitgebreid, deels zogenaamd wettenschappelijk, “bewijs” geleverd dat de Qu’ran het letterlijke woord van god moet zijn, Mohammed de ware profeet en de Islam de ware religie van god. Hieronder redenaties als “het feit dat de islam de snelst groeiende godsdienst is, toont aan dat de islam een ware religie van god is, omdat het onredelijk is om aan te nemen dat al deze mensen zich bekeren zonder goed na te denken en tot de conclusie komen dat de islam waar is”. Bij deze drogredenatie ook nog eens onvermeld latende dat deze groei van de aanhang vooral door natuurlijke aanwas plaatsvindt. We zullen ons zelf dus tot de bron moeten wenden, wat onder andere kan via www.koran.nl (let op een vertaling van de koran wordt door moslims ten allen tijden als slechts een interpretatie van de koran gezien en nooit als authentiek). Enig doorzettingsvermogen is wel vereist.

De volgende ochtend gaan we naar Failaka, een eilandje circa 20 kilometer uit de kust. Maaike zet ons af bij de haven van Ras Al-Ardh. Het is donderdag en vrij druk met Koeweitis die een weekendje Failaka gaan doen en twee bussen vol met schoolkinderen die net als wij een dagtripje zullen maken. De gewone pont is zeer eenvoudig en heeft nauwelijks zitplaatsen en al helemaal niet buiten op het dek. De boottocht duurt ruim 5 kwartier en aan boord is niets te krijgen van een hapje of een drankje. Gelukkig zijn we daar op voorbereid en hebben we ons eigen ontbijt meegenomen. Eenmaal op Failaka gaan we op zoek naar de fietsverhuur die vlak bij de haven zou moeten zijn. Al snel worden we ingehaald door een aardige Koeweiti die ons met zijn auto naar de verhuur brengt, onderweg probeert ie zelf een rondleiding aan te bieden. Het lijkt ons echter leuker om per fiets het eiland te ontdekken, dus we bedanken beleefd. Nog steeds even vriendelijk dropt hij ons bij de fietsverhuur. Deze blijkt slechts over een aantal mini-fietsen te beschikken die voor Koeweiti begrippen ook nog redelijk aan de prijs zijn. We laten ons niet uit het veld slaan, kiezen de minst kleine uit, zetten het zadel zo hoog mogelijk en beginnen aan een fietstochtje. Er is nergens een kaart te verkrijgen dus we fietsen maar een beetje op gevoel. Op Failaka zouden onder andere ruïnes uit de Griekse oudheid moeten zijn. Ruïnes vinden we in overvloed, maar dan wel uit de Golfoorlog. Tegenwoordig wonen er nauwelijks mensen op het eiland, we treffen voornamelijk verlaten, vervallen en/of grotendeels kapotgeschoten huizen aan en een museum: een klein gebouwtje op een kale vlakte, dat ziet er niet heel aantrekkelijk uit. We fietsen nog wat rond en besluiten bij het Failaka Heritage Resort wat te gaan drinken en de weg te gaan vragen. De enige Griekse ruïnes die zichtbaar zouden kunnen zijn, blijken in dat klein gebouwtje bij het museum te zitten, maar de kans zou klein zijn dat ze ons er in laten als we niet over een brief van één of ander ministerie zouden hebben. Die hebben we natuurlijk niet. Later fietsen we nog eens langs het museum, de zeer vriendelijk bewakers zeggen ons graag te willen helpen, maar omdat er belangrijke mensen van het ministerie in het museum bezig zijn, kunnen ze ons echt niet zonder brief van dit ministerie toelaten. We fietsen nog maar een rondje om, maar Failaka biedt niet wat we verwacht hadden aan de hand van de omschrijving “beautiful and most important Island of Kuwait”. De ruïnes uit de Golfoorlog waren wel indrukwekkend om te zien.
Terug op het vaste land lopen we een flink stuk over de moderne boulevard langs de Arabische Golf, van Ras Al-Ardh naar Marina Crescent. Inmiddels is het weekeinde begonnen, de temperatuur is heerlijk en vele Koeweiti’s en expats zijn naar de kust gekomen om te relaxen, te spelen op jetski of motorboot, bij te praten met bekenden, te picknicken etc. Het is gezellig druk.
’s Avonds gaan we heerlijk uiteten met Maarten en Maaike om alvast de verjaardag van Arno te vieren. Hiervoor gaan we terug naar Marina Crescent, waar het nu ontzettend druk is. De aangrenzende shopping mall is ook voor jongeren een uitgaansplek en er hangen/lopen vele groepjes rond, veelal gekleed volgens de laatste (Koeweiti) trends. In een modern Indiaas restaurant genieten we van een uitgebreid en heerlijk diner, met de inmiddels vertrouwde goede en vriendelijke service tegen lage prijzen. Dat zal straks in Amsterdam weer even wennen worden. Op de terugweg komen we in de enorme weekend-drukte terecht. Veel Koeweiti’s rijden heen en weer over de Arabian Gulf Street om te pronken met hun auto en/of contact te leggen met leden van het andere geslacht.


Op Arno’s verjaardag zelf gaan we naar de Avenues om lekker taart te eten. Oorspronkelijk was het idee om er een relaxed dagje van te maken aan strand en/of zwembad, echter met een maximumtemperatuur van slechts 17 graden en geregeld regen, viel dit idee letterlijk in het water. In plaats daarvan rijden we naar het noorden richting Al Jahra en door naar de Ali Al Salem Air Force base. Ten noorden van deze luchtmachtbasis ligt een autokerkhof van voertuigen die van “The Highway of Death” hier naar toe zijn gesleept.
Het verhaal van “The Highway of Death” is een verhaal van één van de vele laffe oorlogsmisdaden die de Verenigde Staten in de afgelopen decennia hebben gepleegd, maar onbestraft bleven. Op 26/27 februari 1991 bombeerden Amerikaanse vliegtuigen de voor- en achterkant van een stoet van 1400 tot 2000 voertuigen met terugtrekkende Irakezen (deels in het leger gedwongen burgers en hun familieleden), Palestijnen, Koeweiti krijgsgevangen en gevangen burgers, die vervolgens als ratten in de val zaten alvorens door nieuwe luchtaanvallen gebombardeerd te worden, waarbij een groot, onbekend aantal slachtoffers is gevallen (waarschijnlijk minimaal 500 á 600). Een walgelijk “incident” dat veel te weinig aandacht heeft gekregen.
Bij Ali Al Salem Air Force base zijn niet heel veel voertuigen meer te zien en langs de Highway 80 van Al Jahra naar de Iraakse grens (de echte “Highway of Death”) al helemaal niet meer. We rijden nog even verder door de lege, meest vlakke woestijn tot het Al Abdali checkpoint waar we niet verder mogen. Onderweg veel zand, enkele ver van de weg gelegen installaties op de olievelden en dichter bij de grens ook landbouwgronden en een waterwingebied. (Diep) onder de grond zit toch aardig wat bruikbaar water.
In vijf kwartier rijden we vanaf de Iraakse grens helemaal terug naar het appartement van Maarten en Maaike. Vrienden van hen komen ook gezellig langs met het inmiddels vertrouwde zelf gebrouwen bier, aangelengd met alcohol vrij bier. Dat is al bijna geen verrassing meer te noemen. De verbazing is groter als de bitterballen en Van Dobben-kroketten op tafel komen. We laten ze goed smaken.



Op de laatste dag in Koeweit doen we weer lekker rustig aan, want het is wederom een druilerige morgen. Maarten en Maaike moeten helaas weer naar het ziekenhuis met de kinderen. Die hebben al enige tijd last van hun luchtwegen en ondanks eerdere bezoeken en medicijnen zijn de klachten nog niet geheel verholpen.
’s Middags klaart het toch op en gaan we nog even naar Marina Crescent, waar we heerlijk relaxen op/bij het strand, een beetje voetballen met de kinderen en samen met vrienden van Maarten en Maaike en hun kinderen uiteten gaan. Een prima ontspannen afsluiter van deze laatste week in Koeweit.
Zondagochtend moeten we vroeg naar vliegveld. Onderweg worden we wederom verrast door het weer in Koeweit. We rijden plotseling zeer dichte mist in en vlakbij het vliegveld moet de taxichauffeur heel langzaam rijden om de juiste afslag te kunnen vinden. Het vliegtuig van British Airways die ons naar Londen moet brengen kan niet landen (het zicht is minder dan 100 meter en Kuwait Airport biedt dan geen faciliteiten voor een veilige landing op de automatische piloot) en wijkt eerst uit naar Bahrein. Hierdoor lopen we ruim drie uur vertraging op.
Opvallend op de vliegvelden in Koeweit en Dubai is dat de beveiliging het geen probleem vindt als passagiers flessen water meenemen, iets waarover op de meeste vliegvelden tegenwoordig nogal panisch wordt gedaan. Wel wordt van een Westerse passagier een simpel laptop-slotje in beslag genomen. Er komen maar liefst 8 mensen zich buigen over zo’n vreemd kabeltje, die wij normaliter ook bijna altijd in onze handbagage hebben, maar dit keer toevallig allebei gelukkig niet. De consternatie is vrij vermakelijk om te aanschouwen, tijdens het saaie wachten.
Door de vertraging moeten we ons op Londen Heathrow nog haasten om op tijd onze koffers op te halen en opnieuw in te checken op een andere terminal, maar gelukkig gaat dat goed en zijn we mooi op tijd weer in Amsterdam, waar onze geslaagde trip (totaal anders dan andere reizen) tot een einde komt.