Argentinië,  Mendoza

Mendoza, Villavicencio, Uspallata, Los Penitentes

Nachtbus naar Mendoza
Vrijdag 30 september zijn we met de nachtbus van Buenos Aires naar Mendoza gereden. Een rit van ruim 1.000 km die je in een superluxe bus in circa 13 uur aflegt.
Zoals sommige al van ons of via via hebben vernomen, werden we op het busstation van Buenos Aires onaangenaam verrast. In een moment van verminderde oplettendheid werd een van onze tassen meegenomen. Helaas met aardig wat waardevolle spullen, gelukkig niet met de echt belangrijke papieren, als tickets, paspoort of rijbewijs. Het meest vervelende was dat een back up met belangrijke data in de tas zat, zodat we wat maatregelen moesten nemen om misbruik te voorkomen. Daarnaast missen we niet de dure spullen, maar juist de kleine goedkope praktische zaken als de documentatie van de Spaanse cursus en de Nederlands-Spaanse woorden- cq. conversatieboekjes, leesboeken en onze reisgids. Al deze zaken zijn in Mendoza niet te krijgen. We hebben nu een Spaans-Engels conversatie boekje (met dus toelichting in het Spaans) wat aanzienlijk lastiger werkt. Een Engelstalige reisgids van Argentinië is in heel Mendoza niet verkrijgbaar, zelfs niet in de boekhandel met internationale boeken (waarvan overigens 99% Spaanstalig is ????).
Maar goed, verder niets aan te doen. We hebben nu in ieder geval minder waardevolle spullen waar we op moeten letten :-). Laten we ook hopen dat de reisverzekering de boel redelijk dekt.

Mendoza
De eerste dagen in Mendoza hebben we deze aangename stad met vele mooie oude gebouwen een beetje verkend.
Mendoza (gesticht in 1561) ligt aan de voet van het Andes-gebergte. Vanuit de ruim opgezette stad met vele brede, groene wegen en relaxte parken vol palmbomen heb je een prachtige uitzicht op de met sneeuw bedekte pieken. De provincie Mendoza is het hart van de wijnindustrie. Circa 80% van de Argentijnse wijnen wordt hier geproduceerd.

Park Mendoza
Uitzicht op Andes
Weg vol sneeuw

Overal kom je dus bodega’s tegen en de menukaarten staan vol met speciale & heerlijke wijnen geproduceerd door bekende families uit deze omgeving.
Naast inkomsten uit wijn en olijven is toerisme een belangrijke bron van inkomsten. Mendoza is perfect voor allerlei outdoor activiteiten als skiën, bergbeklimmen, raften, kayakken, paardrijden, trekkings, etc.

We hebben tijd genoeg voor Mendoza, dus we combineren het werken voor BeOnTop, met het shoppen om wat gestolen spullen te vervangen en het relaxen op pleintjes en in parken. Een van de twee leukste pleinen/parken is het grote Plaza Independencia in het centrum van de stad, waar het aan het einde van de dag gezellig druk wordt. En het tweede park is het enorm grote door Carlos Thays ontworpen Parque General San Martin ten westen van de stad. Een prachtig park waar op zondag vele inwoners uit de stad naar toe trekken en die thuisbasis is van tientallen sportclubs, maar waar ook nog het grootste voetbalstadion van de stad te vinden is: El Estado Provincial Malvinas Argentina. De voetbalkenners onder ons moeten hier goede herinneringen aan hebben. Het Nederlands Elftal werkte hier in 1978 tijdens het WK voetbal succesvol de voorrondes af tegen Iran, Peru en Schotland, waarna het doorstoomde naar de finale.
General Jose de San Martin (El Libertador) is overigens de grote vrijheidsstrijder die begin negentiende eeuw het zuidelijke deel van Zuid-Amerika bevrijdde van het Spaanse juk. In bijna elke plaats zijn belangrijke straten en/of pleinen naar hem vernoemd.

De provincie Mendoza in
Op woensdag 5 oktober vertrekken we voor een week met een huurauto met het doel wat meer van de provincie Mendoza te zien. Op het programma staan o.a. Los Penitentes (een skigebied), Las Cuevas (de grens met Chili) en de omgeving van San Rafael. Als eerste vertrekken we richting Villavicencio, niet echt een plaatsje, maar slechts een paar gebouwen: van een camping, een hostaria, een voormalig hotel en de bekende bronwaterfabriek die een groot deel van Argentinië van water voorziet.
We rijden door het uitgestrekte steppe-achtige landschap met wederom prachtige uitzicht op de besneeuwde Andes pieken. Vanuit Villavicencio loopt een mooie weg met 365 bochten (de Caracoles) over, naar later bleek, een pas van ruim 3200 meter naar Uspallata. Autorijden in Argentinië is prachtig.

Vastgelopen in de sneeuw
Uitzicht op Andes
Metershoge sneeuw

De wegen zijn over het algemeen vrij goed (af en toe een gat in de weg, maar dat houdt je scherp) en leeg, zodat je heerlijk kunt genieten van het landschap zonder last te hebben van overig verkeer. De Argentijnen maken het je echter niet makkelijk om de weg te vinden. Op kaarten staan wegen die niet bestaan en omgekeerd en hoogten worden veelal ook niet aangegeven. Borden langs de weg ontbreken vaak en als ze er al zijn, zijn ze regelmatig te vervaagd om te lezen en/of ná de afslag geplaatst, zodat je bij een splitsing eerst voor een richting moet kiezen en dan maar hopen dat het de goede is. Een leuke uitdaging dus.
Goed, vanuit Villavicencio dus op weg naar Uspallata. De weg liep met vele bochten aardig snel omhoog. Toen we al enigszins door de sneeuw begonnen te rijden, bleek bij een bezienswaardigheid dat we inmiddels al op 2500 meter zaten en aan de weg te zien, waren we voorlopig nog niet op de top van de pas. Een aantal bochten verder (op circa 35 kilometer van Uspallata) zagen we ons genoodzaakt om rechtsomkeer te maken omdat de sneeuw ons belette om verder te rijden. Aan de ene kant een tegenvaller, daar we nu zo’n 150 kilometer moesten omrijden om in Uspallata te komen. Aan de andere kant konden we de prachtige weg nog een keer vanuit een andere invalshoek bekijken. Zoals het vanaf de vlakte mooi is om naar de witte bergen te kijken, is het omgekeerd ook mooi om vanuit de bergen te zien, hoe strak de scheidingslijn tussen de bergen en de uitgestrekte vlakte in het oosten is.

We reden nu terug via Mendoza en Potrerillos naar Uspallata. Potrerillos is een soort centerparcs-achtig vakantiedorp aan een prachtig langgerekt blauw/turquoise meer aan de voet van de Andes dat een populaire plek is voor de mensen uit Mendoza om een tweede huis te hebben.
Aan het begin van de avond komen we eindelijk in Uspallata aan. In deze buurt is een deel van de film Seven Years in Tibet met Brad Pitt opgenomen. Inderdaad lijkt deze omgeving wel een beetje op Tibet. Uspallata is de plaats met de eerste splitsing na de grens met Chili. Voor truckers is het een plaats om te tanken, eten of te overnachten. Voor zo’n klein plaatsje waar iedereen elkaar lijkt te kennen is het verkeer dus relatief heel erg druk. De sfeer heeft ook wel een klein beetje iets weg van Nyalam in Tibet.

Hostel Arco de Las Cuevas
Túnel Cristo Redentor de los Andes
Even wandelen

Los Penitentes e.o.
De volgende dag rijden we eerst vanuit Uspallata een stuk terug naar Villavicencio om toch nog een deel van de schitterende Caracoles te volgen. De omgeving is werkelijk prachtig en lijkt inderdaad redelijk op de Himalaya. We rijden door tot we weer doodlopen in de sneeuw en keren dan om en gaan richting Los Penitentes, een klein wintersport-gebied in de buurt van de grens met Chili, wederom een mooie rit door de bergen en hoge rotsen met verschillende kleuren. De pistes in Penitentes zien er nog goed uit, dus we informeren vast voor een hotel en rijden dan eerst door naar de voormalig grensplaats Las Cuevas. De bezienswaardigheden in Las Cuevas zijn een hostel gevestigd in de poort die vroeger de toegang tot Mendoza en dus Argentinië vormde en Cristo Redentor, een 10 meter hoog Christusbeeld op de grens van Argentinië en Chili die de vrede tussen de volkeren van beide landen symboliseert. Het beeld staat al ruim 100 jaar op een hoogte van 4.200. Niet zo zeer het beeld is spectaculair, maar wel het uitzicht aldaar. We hopen dat gezien het belang van dit monument de weg er naar toe wellicht sneeuwvrij is gemaakt.
In Las Cuevas aangekomen zien we wel een bord met een pijl richting Cristo Redentor, maar geen weg. We gaan er eerst maar vanuit dat de pijl verkeerd staat en rijden nog een klein stukje door. Direct belandden we in een tunnel en hebben al het vermoeden dat dat ook niet de goede weg is. Halverwege de tunnel worden we hartelijk welkom geheten in Chili. We rijden dus maar weer terug en bekijken de omgeving van de pijl nog eens goed. Het blijkt dat de weg naar het christusbeeld onder een dik pak sneeuw is bedolven van in het dal maar liefst circa 4 a 5 meter hoog (zie Las Cuevas foto met bussen hierboven).

Terug naar Penitentes dus. Onderweg bezoeken we nog Puente del Inca dat bekend staat als één van de meest bijzondere natuurverschijnselen in Argentinië. Dit is een natuurlijke brug over de Rio de las Cuevas die door dampen die al eeuwenlang uit mineraal bronnen opstijgen gekleurd is in allerlei rood- en bruintinten. Geologisch misschien heel bijzonder, mooi vinden wij het echter niet.

In de skilift
Penitentes
Susanne op de piste

Skiën in Argentinië
De volgende ochtend is het strak blauw en fris. Heerlijk wintersport weer dus. We regelen een complete ski-uitrusting en een dag-skipas voor ongeveer het bedrag wat een uurtje skiën in Snowplanet kost en begeven ons als eerste naar de top van het gebied. De pistes zijn in het begin keihard opgevroren, maar naarmate de dag vordert, wordt het steeds beter. Het is heerlijk rustig in het gebied. Het aantal wintersporters komt zeker niet boven de honderd uit. Hierdoor hebben we lekker alle ruimte op de pistes.

Aan het einde van de dag rijden we terug naar Uspallata, waar we onder andere nog even door een mooie kloof naar de Cerro de 7 colores rijden en eten in een heus Tibet-cafe (helaas geen momo’s, maar weer pizza). De volgende dag rijden we eerst terug naar Potrerillos vanwaar we via een op de kaart als onverharde weg aangegeven route richting Valle de Uco willen rijden. Wijs geworden door eerdere ervaringen vragen we in Potrerillos of deze weg wel bestaat én ook begaanbaar is. We worden raar aangekeken en de vragen worden duidelijk bevestigend beantwoord. De net iets lager en meer naar het oosten gelegen weg, blijkt dan ook volledig sneeuwvrij te zijn.

Potrerillos & Andes
Paarden + Andes
Verering Difunta Correa

Het is wederom een mooie weg, die dit maal min of meer parallel aan het Andes gebergte loopt en o.a. langs de 6811 meter hoge Tupungato vulkaan gaat. De route leidt door de “Productive corridor”, een landbouw gebied vol wijngaarden, almond- en hazelnootbomen. Een Argentijnse reisgids adviseert om de Bodega Salentein te bezoeken (deze bodega blijkt overigens deels in handen te zijn van de Nederlander Meidert Pon. Een statig huis in Mendoza stad is hoofdkantoor van deze bodega én tevens ambtswoning van de Nederlandse consul.)
Helaas blijk je de bodega alleen op afspraak te kunnen bezoeken. We rijden nog wat rond door de prachtige vallei en belanden uiteindelijk in San Carlos, een rustig stadje waar we voor 65 pesos (circa 18 euro) een 5 persoons vakantiehuisje huren. Het is een knus houten gebouwtje midden een woonwijk, waar de buurt ons nauwlettend in de gaten houdt. ’s Avonds gaan we op zoek naar een restaurantje in de stad, maar op wat wazige tentjes na, zijn die er nauwelijks te vinden. We besluiten dat het wegrestaurant met de originele naam “Autogrill” de beste optie is en later wordt deze beoordeling ondersteund. Niet vanwege de culinaire hoogstandjes. “Autogrill” blijkt een ontmoetingsplaats van de plaatselijke jeugd en iedereen die er komt, lijkt alle andere te kennen. Tijdens het eten konden we ons vermaken met de wijze waarop de jongeren elkaar uitdaagden, het hof maakten, pestten, over elkaar roddelden, etc, etc.

De volgende dag rijden we door de uitgestrekte vlakte richting de Laguna Diamante. Een prachtig blauw lagune die de witte toppen van de Andes weerspiegelt. Helaas missen we door een onduidelijke kaart, het ontbreken van bordjes én mensen om de weg aan te vragen een afslag en komen daar bij de volgende afslag 30 kilometer verder op pas achter. Als we terug zouden gaan, zouden we nog 220 kilometer extra onverharde wegen (waar 50 kilometer per uur echt wel het maximum is) moeten rijden ten opzichte van doorrijden. De keuze voor het laatste is snel gemaakt. Jammer van de Laguna, maar we maken een klein extra ommetje via het ook mooie meer bij El Nihuil met ook uitzicht op witte bergen om vervolgens door de hele Atuel Canyon richting San Rafael te rijden. De Atuel Canyon wordt door de Argentijnen wel eens met een kleine versie van de Grand Canyon in Colorado vergeleken. Wellicht een tikkeltje overdreven, maar het is een prachtige canyon die als voordeel heeft dat er over de gehele lengte van 42 kilometer een weg door heen loopt. Uiteraard is dit ook weer een mooie route, die eindigt in de eveneens prachtige Valle Grande, het groene vervolg van de Atuel Canyon. Het is een prachtige zondag en de inwoners van San Rafael zijn massaal naar dit natuurlijke pretpark getrokken om te kanoen, paard te rijden, te raften, stijle wand te klimmen, te BBQ-en etc.

Vanuit San Rafael willen we een nieuwe poging wagen om één of twee Bodega’s te bezoeken, maar wederom hebben we pech. Maandag blijkt een nationale feestdag te zijn. De dag van de afkomst van bevolkingsgroepen (Columbus Day). Die is normaal op 12 oktober, wat we ook al eerder hadden gehoord en gelezen. Echter, daar men een lang weekeinde toch ook wel prettig blijkt te vinden, was de dag verplaatst naar de maandag. “Noodgedwongen” rijden we nog eens terug naar de Valle Grande om daar ook van de omgeving te genieten. Arno maakte ook nog even een rafttochtje over de Rio Atuel om zodoende ook wat verkoeling te krijgen. De temperatuur in de vallei liep inmiddels richting de 40 graden.

Op de laatste dag van dit weekje rondtoeren, reden we via Cacheuta, terug naar Mendoza. In Cacheuta treft men naast een hangbrug met spectaculair uitzicht over de kloof van de Rio Mendoza, ook termale baden aan die al in de 16e eeuw door de Inca’s voor heilzame doeleinden werden gebruikt.

Ondanks temperaturen van rond de 35 graden nemen we hier ook een warm bad. Terug in Mendoza blijkt het vanwege de feestdagen nog lastig om een hotel te vinden. Tijdens onze zoektocht stuitten we in een achteraf straatje bij toeval op een klein hotelletje in een prachtig koloniaal pand, waar ze kennelijk sinds de bouw van het pand ook de prijzen niet meer hebben aangepast. Een aangename vondst, grote kamer, eigen terras. De volgende morgen bij het ontbijt (de bekende koffie met zoete croissant-achtige broodjes, bleeh) blijkt dat de heren van Jiskefet hier ook eens moeten zijn geweest. Juffrouw Jannie uit Debiteuren-crediteuren moet een afgeleide zijn van de serveerster van dit hotel.

Donderdag sloten we de twee weken in Mendoza af met een laatste uitje naar Bodega´s in Godoy Cruz en Maipu, eigenlijk 2 voorsteden van stad. We bezochten o.a. de mooie oude Bodega Escorihuela, waar we een leuke rondleiding kregen en heerlijk wijnen konden proeven. In de bus onderweg naar Escorihuela kregen we weer eens goed met de vriendelijkheid van de Argentijnen te maken. We vroegen aan één iemand waar we de bus uit moesten en vervolgens begon de halve bus zich te buigen over welke halte het was en hoe we vanaf de halte verder moesten lopen. Toen we eenmaal bij de halte waren, werd door een tiental mensen in koor geroepen dat we er uit moesten en werd er volop gebaard welke kant we op moesten.

Vrijdagavond gaan we weer met de nachtbus terug naar Buenos Aires, waar we de Spaanse lessen, tango en salsalessen willen oppakken.

Zondag gaan we inderdaad naar naar de voetbalkraker River Plate – Boca Juniors, de tickets zijn nu binnen.

Nog wat opvallende zaken:

– langs de wegen vind je vele shrine of herdenkplaatsen voor de “Difunta Correa”. Dit komt voor uit een legende m.b.t. de burgeroorlogen in de jaren 40 van de negentiende eeuw. Deolinda Correa volgde haar strijdende man op de voet, maar kwam door honger, dorst en uitputting om het leven in de woestijn bij San Juan. Toen haar lichaam gevonden werd lag haar baby nog steeds levend aan haar borst. In Vallecito is een groot bedevaartsoord voor haar, waar jaarlijks honderdduizenden pelgrims komen. Vooral truckers aanbidden haar en overal vind je dus kleine gedenkplaatsen, veelal met rode linten versierd en bedolven onder de plastic waterflessen om haar dorst te lessen (zie foto)

– de fabrikanten van kussens en kussenslopen liggen elkaar kennelijk niet zo en maken geen onderlinge afspraken. Overal vind je kussenslopen die net even 10 centimeter korter zijn dan de kussens, zodat er nog zo’n lekker pluizig stukje uitsteekt.

– Argentinië heeft natuurlijk een diepe crisis doorgemaakt in de afgelopen jaren (gelukkig gaat het weer wat beter en bedroeg de economische groei afgelopen ruim meer dan 10 procent), maar ze hebben een slimme manier om heel goedkoop uiteten te gaan. In restaurants vind je meestal al complete menu’s van circa 2 euro per persoon, maar het is ook heel normaal om 1 bord met meerdere personen te delen. Vele “plato’s” zijn ook speciaal voor meerdere personen. Een normale pizza is eigenlijk al voor 2, een grote al snel voor 4 personen. Wanneer ze met zijn 4-en een flinke fles bier en een pizza delen, zijn ze al voor 1 euro p.p. klaar, wat ook voor Argentijnse begrippen heel erg goedkoop is.

– Moederdag is in Argentinië pas op 16 oktober dit jaar.

– In de meeste landen waar we geweest zijn, geven mensen meestal een blijk van herkenning, nadat je verteld hebt uit welk land je komt. Amsterdam, de coffeeshops, the red light district, het nationale voetbalteam of individuele voetballers doen het altijd goed. Alternatieven zijn de bloemen (China), het cricketteam (India), en een enkele keer Anne Frank, Koningin Beatrix of zelfs Willem Alexander (Nepal).

In Argentinië helemaal niets van dit alles. De reactie is meestal een enthousiast “Aaah Hollanda” en vervolgens helemaal niets. Slechts één keer kwam er een uitgebreidere reactie en dat was “Aaah Hollanda, ……….de Maxima”. Dit was dan ook echter door een vrouw die met een dikke wang net terugkwam van de tandarts en daar wellicht nog in een oud roddelblad iets over het huwelijk van Alex en Maxima had gelezen.

– De beheersing van het Engels in Argentinië is echt bijzonder slecht. Daar waren we al voor gewaarschuwd, maar we dachten dat het toch niet slechter zou kunnen zijn dan in China. Wel dus. Dat het bij de gewone man in de straat slecht is, snappen we nog volledig. Echter, bij de meeste accommodaties worden simpele vragen als naar een “Double room” of “the key” ook alleen maar met een vragend gezicht beantwoord. Als test beginnen we dus nu ook standaard in het Engels.
Maar goed, er komen dan ook relatief erg weinig westerse toeristen. De meeste toeristen zijn gewoon Argentijns, gevolgd door andere (Zuid-)Amerikanen. Nederlanders, die je normaal altijd en overal tegenkomt, zijn we pas 1 keer tegengekomen.
Gelukkig zijn de Argentijnen (in tegenstelling tot veel Chinezen) wel bereid om hun woorden nog eens rustig te herhalen, regelmatig nog eens gevolgd door een zin als: “geen probleem dat je weinig Spaans kent, zelf spreek ik nauwelijks Engels”.

Laat een antwoord achter